1.3 Onderzoeksvragen, design en methoden Flashcards
Definiëren van onderzoeksvragen
Het proces van het vaststellen van specifieke vragen of doelstellingen voor een onderzoek.
Identificeren van Onderzoeksonderwerp
Het bepalen van het onderwerp van onderzoek, dat kan worden gegenereerd door onderzoekers zelf of gecommissioneerd kan zijn.
Inleidende ideeën
Initiele ideeën die mogelijk nog niet volledig zijn gedefinieerd, maar die dienen als startpunt voor onderzoek.
Literatuuronderzoek
Het proces waarbij onderzoekers persoonlijke theorieën ontwikkelen door bestaande theorieën, onderzoek en literatuur te bestuderen
Intellectuele puzzel
Het helderder worden over de kernvraag of uitdaging die het onderzoek aanpakt
Startpunt in bestaand onderzoek
Situatie waarin onderzoek begint vanuit een reeds bestaand lichaam van onderzoek.
Participatief onderzoek
Onderzoeksbenadering die tot doel heeft groepen of gemeenschappen te machtigen via hun directe betrokkenheid bij het onderzoeksproces
Onderzoeksvragen ontwikkelen
Het proces van het formuleren van specifieke, duidelijke, en relevante vragen voor een onderzoek
Onderzoeksdoelen
Specifieke doelen die worden vastgesteld om een onderzoek te sturen en te leiden
Subvragen
Meer gedetailleerde vragen die voortvloeien uit hoofdvragen en helpen bij het verduidelijken van het onderzoeksontwerp
Onderzoeksontwerp
De algehele structuur en opzet van het onderzoek, inclusief de methodologie en procedures
Financiering en onderzoeksdoelen
Situatie waarin het onderzoek wordt bepaald door de financier, inclusief doelstellingen en vragen
User involvement
De betrokkenheid van eindgebruikers bij het ontwerpen van het onderzoek, vaak vereist door financiers
Bijzondere kenmerken van goede onderzoeksdoelen en vragen die leiden tot goed onderzoek
- duidelijk, begrijpelijk en ondubbelzinnig
- gericht, maar niet te smal
- onderzocht kunnen worden met behulp van gegevensverzameling: geen vragen die de toepassing van filosofie vereisen in plaats van gegevens
- haalbaar zijn, gezien de beschikbare middelen.
- Op dit punt moet de rechtvaardiging voor de studie duidelijk zijn - ‘waarom is de studie nodig?’.
- relevant en nuttig zijn, of het nu gaat om beleid, praktijk of de ontwikkeling van sociale theorie
- geïnformeerd zijn door en verbonden zijn met bestaand onderzoek, theorie en behoefte, met het potentieel om een originele bijdrage te leveren of een lacune op te vullen.
kenmerken goede subvragen
- vallen onder de overkoepelende onderzoeksvraag of doelstelling
- bij elkaar passen en logisch volgen
- beantwoordbaar en onderzoekbaar zijn.
Wat is het belangrijkste proces dat betrokken is bij het definiëren van onderzoeksvragen?
Het belangrijkste proces bij het definiëren van onderzoeksvragen is het ontwikkelen van persoonlijke theorieën door een review van bestaande theorie, onderzoek en literatuur.
Hoe kunnen onderzoekers hun initiële ideeën ontwikkelen?
door middel van een review van bestaande theorie, onderzoek en literatuur, en door het proces waarbij hun ideeën specifieker worden als vragen of doelstellingen.
Wat wordt bedoeld met het “intellectuele puzzel” volgens Mason (2002)?
Het “intellectuele puzzel” verwijst naar het duidelijker worden over het kernvraagstuk of de uitdaging die het onderzoek aanpakt.
Leg uit hoe participatief onderzoek tot doel heeft groepen of gemeenschappen te machtigen.
Participatief onderzoek heeft tot doel groepen of gemeenschappen via directe betrokkenheid te machtigen om problemen te begrijpen en te veranderen.
Wat is het verschil in het onderzoeksproces tussen onderzoekers die werken binnen een bestaand lichaam van onderzoek en studenten die starten met een leeg canvas?
Onderzoekers die werken binnen een bestaand lichaam van onderzoek beginnen vaak met een bestaand startpunt, terwijl studenten die met een leeg canvas beginnen, mogelijk moeite hebben met weten waar te beginnen.
Waar pleit Merriam (2009) voor bij het identificeren van een onderwerp voor onderzoek?
Merriam (2009) pleit ervoor dat onderzoekers inspiratie halen uit hun dagelijks leven en ervaring om een onderwerp te identificeren.
Hoe kan gebruikersbetrokkenheid een rol spelen in het onderzoeksontwerp, volgens Cook (2012)?
Gebruikersbetrokkenheid kan een rol spelen in het onderzoeksontwerp door ervoor te zorgen dat eindgebruikers betrokken zijn bij het besluitvormingsproces en het ontwerpen van het onderzoek.
Wat is de rol van financiering bij het bepalen van onderzoeksdoelen in gecommissioneerd onderzoek?
Bij gecommissioneerd onderzoek bepaalt de financier de studie door de doelstellingen, doelen of vragen te specificeren.
Wat zijn enkele voordelen van het integreren van literatuur en theorie in onderzoek?
Het integreren van literatuur en theorie in onderzoek biedt inzicht en een theoretisch kader dat het ontwerp kan sturen en verrijken.
Wat is het doel van het bekijken van bestaande literatuur voordat nieuw onderzoek wordt uitgevoerd?
Het doel van het bekijken van bestaande literatuur is
- het voorkomen van dubbel werk,
- het stellen van relevante vragen en
- het opbouwen op eerdere kennis.
Ideologische hegemonie
Verwijst naar het herhaaldelijk presenteren van bepaalde concepten in de literatuur op een vergelijkbare manier, waardoor onderzoekers deze conceptualisatie kritiekloos kunnen overnemen.
Welke risico’s worden genoemd bij het ontwikkelen van onderzoeksvragen, volgens Silverman?
- ‘Simplistic inductivism’: wanneer onderzoekers zichzelf onderdompelen in de research setting in de hoop dat constructen en ideeën door diepgaande blootstelling naar boven zullen komen.
- ‘Kitchen sinkers’: ongeordende en ongestructureerde ideeën.
- ‘Grand theorists’: wanneer een onderzoeker te weinig kritisch is over een theorie en moet herinnerd worden aan het belang van nieuwe data in de studie
Wat suggereert Janesick met de uitdrukking “open maar niet leeg” in het kader van kwalitatief onderzoek?
Janesick suggereert dat kwalitatieve onderzoekers ‘open maar niet leeg’ moeten zijn, wat betekent dat ze flexibel moeten zijn in hun denken, maar nog steeds een duidelijk doel moeten hebben.
Beschrijf de dynamische relatie tussen ontwerp, gegevens en theorie in kwalitatief onderzoek
de relatie tussen ontwerp, gegevens en theorie is dynamisch, interactief, iteratief en niet-lineai.
Waarom is het belangrijk voor onderzoekers om flexibel te blijven in hun ontwerp naarmate de studie vordert?
Omdat nieuwe ideeën kunnen opkomen en de studie zich moet kunnen aanpassen aan opkomende concepten.
Een methodologische (en epistemologische) bricoleur
Iemand die verschillende bronnen, vaardigheden, interpretaties en methoden samenbrengt om kwalitatief onderzoek te voltooien.
Secundaire gegevensanalyse
Het proces waarbij bestaande kwalitatieve onderzoeksgegevens opnieuw worden geanalyseerd om nieuwe onderzoeksbevindingen te verkrijgen, waardoor vaak onderbenutte gegevens worden benut.
Doel: het verkrijgen van nieuwe perspectieven op bestaande gegevens, het gebruik van onvolledig geanalyseerde elementen of het bieden van een basis voor vergelijking met nieuw verzamelde gegevens.
Natuurlijk voorkomende gegevens
Gegevens die onafhankelijk van het onderzoek bestaan, zoals in teksten, opgenomen gesprekken, mediaverslagen, blogs, etc
Gegenereerde gegevens
Gegevens die specifiek zijn gecreëerd tijdens het onderzoeksproces in interactie tussen onderzoeker en deelnemer, zoals gegevens verkregen via interviews of groepsdiscussies.
Aandachtspunten voor de onderzoeker bij de keuze over het type benodigde data (4)
- De belangrijkheid van de context
- Verwachte detail, nauwkeurigheid en volledigheid van het verslag
- Wiens interpretatie van primair belang is
- Toegankelijkheid en haalbaarheid
Contextuele belangrijkheid
Het belang van de context bij het begrijpen van het onderzoeksverschijnsel, waarbij gegenereerde gegevens deelnemers in staat stellen persoonlijke of organisatorische contexten te beschrijven.
Gedetailleerdheid van verslaggeving
De mate waarin een verslag van het onderzoeksverschijnsel voldoende gedetailleerd, accuraat of volledig zal zijn, met overwegingen voor de complexiteit van het proces of de interactie.
Interpretatierol
Het verschil tussen natuurlijk voorkomende en gegenereerde gegevens met betrekking tot de rol van de interpretatie van de onderzoeker en deelnemer.
Toegankelijkheid en haalbaarheid
De beschikbaarheid en uitvoerbaarheid van gegevensbronnen en verzamelingsmethoden, zowel fysiek als virtueel.
Welke zijn de twee belangrijke methoden voor het verkrijgen van gegenereerde gegevens in kwalitatief onderzoek?
individuele interviews en focusgroepen
Waarop is de waarde van methoden zoals individuele interviews en focusgroepen gebaseerd?
Op het geloof dat deelnemers actief hun sociale wereld construeren en in staat zijn inzicht via verbale communicatie te communiceren.
Wat is een kritiekpunt op het geloof in de kracht van interviewen?
Het is bekritiseerd als een ‘romantische impuls in hedendaagse sociale wetenschap’, waarbij het ‘ervaren als authentiek’ wordt verheven (Silverman, 2011: 179).
Waarom zijn individuele interviews geschikt voor het verkrijgen van diepgaand inzicht?
Ze bieden de mogelijkheid voor gedetailleerd onderzoek van elke persoonlijke perspectief en diepgaand begrip van de persoonlijke context binnen het onderzoeksverschijnsel.
Waarom worden groepsdiscussies (focusgroepen) gebruikt in onderzoek?
Ze worden gebruikt waar het groepsproces zelf het onderzoeksverschijnsel zal verduidelijken, en waar groepsinteracties nuttig zijn voor atitudinaal onderzoek en creatief denken.
Van welke 3 belangrijke factoren hangt de keuze tussen individueel interview en groepsmethoden af?
- de aard van de gezochte gegevens,
- het onderwerpgebied en
- de onderzoeksgroep.
Wat is een voordeel van groepsdiscussies bij het onderzoeken van attitudes?
Het is soms eenvoudiger voor mensen om attitudes te verklaren of te rechtvaardigen wanneer ze verschillende attitudes horen, of nuances van hun eigen attitudes, beschreven door andere mensen.
Waarom zijn één-op-één uitwisselingen vaak geschikt voor zeer complexe systemen of ervaringen?
Vanwege de diepgang van focus en de mogelijkheid tot verduidelijking en gedetailleerd begrip.
Welke soorten onderwerpen zijn over het algemeen beter geschikt voor groepsdiscussies?
Abstracte, ontastbare of conceptuele onderwerpen, studies over attitudes en opvattingen, en moeilijke technische kwesties.
Waarom kunnen zeer gevoelige onderwerpen in groepsinstellingen worden onderzocht?
Als mensen vergelijkbare nabijheid tot of ervaring met het onderwerp hebben.
Waarom kan de behoefte aan face-to-face groepsdiscussies de aantrekkelijkheid en toegankelijkheid van het onderzoek belemmeren?
Het kan beperkend zijn voor sommige populaties en vereist geografische clustering.
Waarom is het nuttig om enige diversiteit in groepscompositie te hebben bij groepsdiscussies?
Diversiteit kan de kwaliteit van de discussie verrijken, maar er moet ook gemeenschappelijkheid zijn met betrekking tot het onderzoeksonderwerp.
Wanneer zijn individuele onderzoeksinteracties geschikter dan groepsdiscussies?
Als mensen niets gemeen hebben of als het feit dat ze elkaar kennen waarschijnlijk hun bijdrage zal belemmeren, en als er kwesties van macht of status zijn.
Waarom kunnen kleinere groepen, paren of triades een goede balans bieden tussen groeps- en individuele context?
Ze bieden meer ruimte voor individuele diepgang en de mogelijkheid om te zien hoe ideeën zich ontwikkelen.
Wat moet een onderzoeker overwegen bij het bepalen van de dynamiek voor gegevensverzameling?
- De impact van groepsdynamiek op gegeven antwoorden,
- het negatieve effect op het beantwoorden van onderzoeksvragen en
- het waarborgen van het comfort van de onderzoekdeelnemers.
Wat is een voorbeeld van hoe focusgroepen of sociale media-analyse in een vroeg stadium kunnen worden gebruikt bij kwalitatief onderzoek?
Ze kunnen worden gebruikt om relevante kwesties te identificeren en te verkennen, die vervolgens worden uitgewerkt via diepte-interviews.
Hoe kunnen observaties de onderzoeker helpen bij kwalitatief onderzoek?
Observaties kunnen de onderzoeker sensibiliseren voor het onderzoeksonderwerp en de omgeving, en aspecten van een interactie verduidelijken die onderbewust zijn en minder waarschijnlijk worden beschreven in interviews.
Wat is een mogelijke rol van foto-elicitering bij kwalitatief onderzoek?
Foto-elicitering kan worden gebruikt om een veel dieper begrip van persoonlijke en sociale contexten toe te voegen, mogelijk naast focusgroepen of interviews.
Wat is het doel van het gebruik van groepsdiscussies in combinatie met andere kwalitatieve methoden?
Groepsdiscussies kunnen worden gebruikt om het begrip van onderzoeksresultaten te ‘valideren’ of te verrijken, en verschillende perspectieven te verkrijgen.
Wat vertegenwoordigt het internet in kwalitatief onderzoek?
Het internet vertegenwoordigt zowel een object van onderzoek (bijvoorbeeld online gemeenschappen) als een medium voor gegevensverzameling in kwalitatief onderzoek.
Welke overwegingen moeten worden gemaakt bij het gebruik van het internet voor gegevensverzameling volgens Flick (2009)?
Onderzoekers moeten ervoor zorgen dat ze ‘offline’-methoden begrijpen voordat ze proberen ze over te dragen naar het internet.
Wat zijn enkele voordelen van het gebruik van het internet voor gegevensverzameling?
- gemakkelijke toegang,
- geen noodzaak voor reistijd of kosten,
MAAR er zijn ook beperkingen.
Waarom kan online groepsdiscussie geschikt zijn voor het verkennen van gevoelige kwesties zoals seksueel gedrag en HIV?
Deelnemers kunnen anoniem blijven terwijl ze nog steeds deelnemen aan een discussie.
Wat is een voorbeeld van het succesvol combineren van internet- en face-to-face-onderzoeksmethoden?
Sanders’ etnografische studie van de seksindustrie, waarbij voornamelijk face-to-face maar ook online methoden werden gebruikt.
Waarom beweert Sanders (2005) dat e-mailinterviews een ontoereikende vervanging waren voor persoonlijke ontmoetingen?
Het was moeilijk om te bevragen, een band op te bouwen of gevoelige kwesties te verkennen via e-mail.