1C3 week 3 Flashcards
wat is de functie van een osteoblast?
maakt de bot eiwitmatrix en reguleert de mineralisatie.
kan differentieren tot osteoclast, osteocyt of lining cells
wat is de functie van een osteocyt?
- sensor van mechanische belasting
- reguleert botombouw: RANKL (stimulator botafbraak) en sclerostine (remmer van botvorming door remming osteoblasten)
- reguleert fosfaat homeostase
uit welke stamcellen ontstaan osteoblasten en osteoclasten?
osteoblast: mesenchymale stamcel
osteoclasr: hematopoietische stamcel
wat gebeurt er met bot als je ouder wordt?
bevat meer vet; fatty bone marrow. stamcellen neigen meer tot differentiatie tot adipocyt
hoe werkt een osteoclast?
- hecht aan bot en maakt afgesloten gebied
- een protonpomp en HCL productie zorgt voor verzuring en breekt het bot af
wat zijn de regulatoren van osteoclast activatie?
- RANKL: gemaakt door osteoblasten en osteocyten
- RANK: een receptor op de osteoclast
- OPG (osteoprotegerin): gemaakt door osteoblasten en hecht aan RANK waardoor het weggevangen wordt
de verhouding tussen RANKL en OPG bepaalt de activiteit van de osteoclasten
wat zijn de kenmerken van trabeculair bot?
- een sponsachtig netwerk van botbalkjes
- efficientie verdeling van belastingskrachten
- met name aan uiteinden botten (20% botmassa)
- 20-30% botremodelling/jaar
wat zijn de kenmerken van corticaal bot?
- dichte buitenkant van compact bot
- 80% van botmassa, 2-3% botremodelling/jaar
- biomechanische sterkte, aanhechting pezen en spieren
- Haverse kanalen: lagen van bot met daarin bloedvaten
wat is het periosteum?
buitenkant van corticaal bot, voorzien van zenuwvezels, bloedvaten en lymfevaten, diktegroei van bot
binnenlaag: bindweefsel en collageen
buitenlaag: mesenchymale stamcellen
wat is het endosteum?
binnenkant van botweefsel, bekleedt de mergholte en binnenkant trabeculair bot en Haverse kanalen
wat is periostale appositie?
botvorming aan de buitenzijde om verlies binnenzijde te compenseren bij osteoporose
wat zijn de functies van bot?
- structuur, beweging, bescherming
- vorming van bloedcellen en afweercellen
- opslag van mineralen, productie groeifactoren en glucose homeostase
wat is appositionele groei?
afbraak aan de binnenkant van het bot en opbouw aan de buitenkant
wat is de invloed van bot op vitamine D?
osteoblasten bevatten receptoren voor vitamine D bindend eiwit, kunnen omzetten in actief vitamine D
wat voor hormoon produceert een osteocyt?
FGF23, stimuleert de fosfaatuitscheiding van de nier
welk soort bot is bij osteoporose het meest aangetast?
trabeculair bot omdat die een hogere ombouw heeft en dus het meeste effect ziet
wat zijn de kenmerken van PTH?
- geproduceerd door bijschildklieren
- calcium hechting aan de calcium-gevoelige receptor zorgt voor minder PTH uitscheiding
wat zijn de kenmerken van calcitonine?
- directe remming van osteoclastaire botresorptie
- gemaakt door C-cellen in de schildklier
- geen duidelijk effect op calciumhuishouding bij schildklierectomie
wat zijn de effecten van PTH?
- Remt de NaPi transporter in nier waardoor remming P reabsorptie
- Stimuleert 1alfa hydroxylase waardoor verhoogde productie actief vitamine D
- Stimuleert osteoclastaire botresorptie via de osteoblasten door de RANKL secretie te stimuleren en de OPG secretie te remmen
wat zijn de effecten van vitamine D?
- Stimuleert de calcium en fosfaat absorptie in de darm
- Stimuleert osteoclastaire botresorptie
- Stimuleert de productie van fibroblast groeifactor 23 (FGF23)
wat zijn de effecten van FGF23?
- Gemaakt door osteocyten
- Remt de fosfaat reabsorptie in de nier (net zoals PTH) en zorgt voor lager fosfaatgehalte in het bloed.
- Remt de groeifactor 1-alfa-hydroxylase en daarmee de vorming van 1,25(OH)2D3 wat voor lagere fosfaatabsorptie in de darm zorgt
- Klotho is een eiwit nodig voor de werking van FGF23
welke klachten krijg je bij hypofosfatemie?
- rachitis (jeugd), osteomalacie (ouderen), verkrommingen, botbreuken en botpijnen door minder hydroxyapatiet
- spierpijn en spierzwakte (waggelgang)
- dysfunctie van hart en hersenen
welke oorzaken kunnen er zijn voor hypofosfatemie?
- vitamine D deficientie, anorexie/malabsorptie,
- toegenomen fosfaatuitscheiding door: hyperparathyreoidie, renale tubulaire ziekten, alcoholisme, diabetische ketoacidose,
welke vormen van hyperparathyreoidie zijn er?
- primair: toegenomen PTH-afgifte door primaire bijschildklierziekte
- secundair: toegenomen PTH-afgifte door langdurig hypocalciemie
- tertiair: autonome PTH-productie i.p.v. verhoogde productie in het kader van secundaire hyperparathyreoidie
welke klachten heb je bij hypercalciemie?
Neurologisch: concentratiestoornissen, depressie, verwardheid, coma, verminderde spierkracht
GI: misselijkheid, braken, obstipatie, ulcus pepticum, pancreatitis
Urologisch: polyurie (polydipsie), nierstenen
Cardiaal: ritmestoornissen: bradycardie, AV-blok
wat zijn de oorzaken van hypercalciemie?
- primaire hyperparathyreoidie
- skeletmetastasen
- vitamine D intoxicatie/toename (sarcoidose, tuberculose)
- thiazide-diuretica, hyperthyreoidie, immobilisatie
wie heeft risico op osteoporeuze fracturen?
- postmenopauze vrouwen > 60
- oudere mannen > 70
- mannen en vrouwen > 50 met eerdere breuk
- corticosteroid gebruik > 3 maanden
- verminderende lichamelijke activiteit
welke oorzaken zijn er voor verminderde botdichtheid?
- osteoporose
- osteomalacie
- metastasen
- multiple myeloom
- hyperparathyreoidie
- anders
hoe ziet de botstructuur van wervels eruit?
eindplaten zijn van corticaal bot en het midden is spongieus
welke radiologische afwijkingen zie je bij osteoporose?
- verminderde botdichtheid
- dunnere cortex
- verlies secundaire bottrabeculae
- biconcave/wig vormige wervels
hoe doe je de kwantitatieve analyse voor osteoporose?
- DEXA-scan: hoe meer calcium houdend bot hoe meer straling er teruggekaatst wordt
- metacarpal cortical index: ratio corticaal en spongieus bot
- Echo
- MRI
- rontgenfoto’s: routineonderzoek
wat is Ward’s triangle?
lijnen op het (heup)bot die voorkomen bij osteoporose
wat zijn Looser’s zones?
zones waar botmatrix niet gemineraliseerd is, de afwijkingen lijken op fracturen maar zijn het niet. kenmerk van osteomalacie/rachitis, niet van osteoperose
wat is de score bij een DEXA-scan?
- T -1 tot -2,5 SD is osteopenie
- T < 2,5 SD is osteoperose
- Z-score: vergelijking met dezelfde leeftijd en zelfde geslacht
wat voor soorten hypofyse tumoren zijn er?
- NFA (niet-functionerend adenoom)
- prolactinoom
- GH: acromegalie
- ACTH: Cushing
- TSH: TSH-oma
waarom KAN een hypofyse tumor prolactine, GH en TSH maken?
deze producerende cellen ontstaan uit de dezelfde moedercel
wat voor soort gezichtsveldverlies krijgen mensen met een hypofysetumor?
drukt op het chiasma opticum en zorgt voor geleidelijke uitval van het temporale gedeelte van het gezichtsveld
wat is de behandeling van hypofysetumoren?
- transsphenoidale adenomectomie
- radiotherapie
- medicamenteus
vaak combinatie van deze drie
waarom worden NFA’s hypofysetumoren pas laat gediagnosticeerd?
ze geven geen klinische verschijnselen omdat ze geen hormonen produceren. pas wanneer het zo groot is dat het op het chiasma opticum drukt komen mensen
wat zijn de kenmerken van een prolactinoom?
- verhoogd prolactine onderdrukt de geslachtshormonen
- prolactine wordt geremd door dopamine
- klachten: osteoporose, galactorroe, laag libido, hoofdpijn
wat is de diagnostiek voor verhoogd prolactine?
< 15x normaalwaarde: eerst andere oorzaken uitsluiten; hypothyreoidisme, levercirrose, zwangerschap en medicatie daarna checken voor hypofyse adenoom
> 15x normaalwaarde is bijna altijd macroprolactinoom
wat zijn de kenmerken en klachten bij acromegalie?
- hoog GH EN hoog IGF-I
- als het voor de pubertijd ontstaat worden deze mensen gigantisch
- hoofdpijn, excessief zweten, gewrichtsklachten, moeheid, tintelingen, carpaal tunnel syndroom, opgezwollen lichaamsdelen, kraakbeen > bot
hoe diagnosticeer en behandel je acromegalie?
IGF-I meting (stabielere concentratie door de dag dan GH)
remming GH door somatostatine injecties, zorgt wel voor glucose intolerantie. combinatie met Pegvisomant (GH-receptor antagonist)
wat voor botafbraak remmende medicatie is er?
- bisfosfanaten
- anti- RANKL
- oestradiol
- strontinum ranelaat
wat voor wervelafwijkingen zie je bij osteomalacie?
alle wervels zijn biconcaaf
wat zijn de klinische gevolgen van wervelfracturen?
- acute en chronische pijn
- kyfose
- lengteverlies
- afname beweeglijkheid
- kortademigheid
- GI-klachten
- depressie
- verlies onafhankelijkheid
wat zijn de meest ingrijpende redenen dat mannen op latere leeftijd minder osteoporotische fracturen krijgen?
- kortere levensverwachting
- hogere piekbotmassa
- ontbreken versneld botverlies tijdens menopauze
hoe remmen glucocorticoiden de botaanmaak?
zorgt voor versterkte apoptose van osteoblasten en osteocyten. ook effecten via andere orgaansystemen zoals de calciumbalans
wat is de FRAX-score?
fracture risk assessment, de kans dat de patient binnen 10 jaar iets breekt. neemt geen steroïd gebruik mee
wat is de niet-medicamenteuze behandeling van osteoporose?
- voldoende calcium en vitamine D inname
- lichaamsbeweging, inactiviteit vermijden
- niet roken
- valpreventie
- fysiotherapie
wat is de medicamenteuze behandeling van osteoporose?
- remmers van de botafbraak: oestrogenen (verhoogd risico borstkanker), SERM’s (oestrogeen agonist op bot en antagonist op borstweefsel), bisfosfanaten (remming osteoclasten), denosumab (antilichamen tegen RANKL)
- stimulatoren botaanmaak: teriparatide (nagemaakt PTH), romososumab (antilichaam sclerostine)
wat is de medicamenteuze behandelingspiramide bij osteoperose?
- alendronaat of risedronaat (bisfosfonaat)
- ibandronaat, raloxifen, strontium of denosumab
- teriparatide
welke soort nierstenen zie je op een rontgenfoto?
calciumoxalaat en calciumfosfaat. de rest met CT
wat is de diagnostiek bij een niersteen?
- bloedonderzoek
- urinesediment
- radiologisch onderzoek
- 24-uurs urine: calcium, oxalaat, urinezuur en citraat
welke soorten nierstenen heb je?
calciumoxalaat, calciumfosfaat, struvietstenen, urinezuurstenen, cystinestenen
wat zijn risicofactoren voor nierstenen?
hyperparathyreoidie, metabool syndroom, polycysteuze nierziekte, hoog vitamine D, jicht, te weinig drinken, lage urine pH
wat voor behandelingen heb je voor nierstenen?
- NSAIDS en alfa-blokker en wachten spontane losing
- extracorporale shock wave lithotripsy (steen verpulveren)
- ureterorenoscopie
- percutane nefrolithotomie: door de rug heen met naald voor grote stenen in pyelum of calix
wat is de aangeraden inname voor calcium
minimaal 500mg
kinderen en mensen met risico op osteoporose minimaal 1000-1200mg
waarom is er bij verminderde calcium inname nauwelijks verschil in de calcium serum spiegel?
het systeem vangt dit op. PTH stijgt lichtjes waardoor calciumexcretie in urine daalt, stijging actief vitamine D waardoor meer calcium absorptie uit de darm en toename botombouwactiviteit