1C2 - Zelfstudieopdrachten Flashcards

1
Q

Hoe wordt de periode na de maaltijd genoemd?

A

Postprandiale fase: glucose wordt omgezet in glucose en vetuzren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat gebeurt er in de gevaste fase?

A

Glycogeen en aminozuren worden omgezet in glucose & vetzuren in ketonlichamen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar bevindt zich glucokinase?

A

In het cytosol van de hepatocyt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe wordt UDP weer omgezet in UTP?

A

Met behulp van nucleotide-disfosfaat kinase (NDPK) en ATP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de functie van het branching enzyme?

A

Het maken van de alfa 1,6-bindingen op de vertakkingspunten (glycogeen synthase kan alleen alfa 1,4-bindingen maken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn apolipoproteïnen (apo’s)?

A

Fungeren als herkenningssignaal voor enzymen en receptoren op de plasmamembraan van cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zit er in de mantel van lipoproteïnen?

A
  • Apolipoproteïnen
  • Onveresterd cholesterol
  • Fosfolipiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zit er in de kern van lipoproteïnen?

A
  • Cholesterolesters
  • Triglyceriden
  • Vitamine E (hydrofoob)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe zijn de moleculen ingedeeld op basis van dichtheid, van klein naar groot?

A
  • Chylomicron
  • VLDL
  • IDL
  • LDL
  • HDL
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zegt de dichtheid over een deeltje?

A

Hoe groter de dichtheid, hoe kleiner het vetpercentage, hoe kleiner het volume van de kern en hoe kleiner het lipoproteïne deeltje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom heeft HDL de grootste dichtheid?

A

Het heeft relatief gezien de grootste mantel en bevat het meeste eiwit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de meest kenmerkende APO’s voor HDL en LDL?

A
  • HDL: ApoA-1

- LDL: apoB100

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe luidt de Friedewald formule?

A

LDLc = TC - HDLc - 0,45 x TG

- Alleen bij persoon die aan het vasten is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly