1B1 week 5 Flashcards
Welke cellen zijn het meest gevoelig en krijgen het snelst irreversibele celschade?
hersencellen
Hoe lang hebben hartspiercellen voor er irreversibele celschade ontstaat?
15-20 minuten
Hoe lang hebben skeletspiercellen voor er irreversibele celschade ontstaat?
uren
Waardoor overleeft een klein randje van de cellen van de hartspier na een hartinfarct (cellen rond het lumen van het linkerventrikel? (afsluiten kransslagader)
Krijgen zuurstof nog uit het bloed dat in het ventrikel zit
Wat zijn de determinanten van celschade?
· Duur van O2 tekort
· Gevoeligheid voor O2 tekort –> door temperatuurdaling raakt een weefsel minder gevoelig voor zuurstoftekort
· Alternatieve bloedtoevoer (collateraal flow)
· Volledige vs partiële obstructie
· Acute vs ‘geleidelijke’ obstructie –> hart kan wennen aan zuurstoftekort, past zich aan –> preconditionering: I I I III
· Acute vs ‘geleidelijke’ reperfusie (vat weer openmaken)–> hartspiercellen verzwakt en kunnen niet tegen plotselinge hoge zuurstofspanning als er opeens weer reperfusie plaatsvindt. Als je de ischemie langzaam opheft, langzaam bloedtoevoer weer laten gaan, dus ‘geleidelijke’ reperfusie–> hartinfarct kleiner, want langzaam wennen
Wat zijn de determinanten bij een myocard infarct?
–> temperatuur laten zakken –> hart en hele organisme gebruikt minder zuurstof (enzymsystemen trager) –> minder schade, dit is echter van beperkte duur
Hoe meer omleidingsvaten (collateralen), hoe minder schade bij hartinfarct. –> afsluiten 1 vat maakt dan niet uit
–> cavia is de koning van het hartinfarct –> super veel collateralen
Wat houdt angiogenese in?
bloedvaten groeien naar ischemisch gebied toe
Waar schieten stolsels vaak naartoe?
Stolsels schieten vaak naar eindarterie in hersenen, die niet zo goed communiceert met andere bloedvaten –> herseninfarct
Welke 2 adaptaties leiden tot minder irreversibele beschadiging als gevolg van ischemie?
preconditionering (wennen aan zuurstoftekort) en angiogenese
In welke vormen kan atherotrombose zich uiten?
Uitingsvormen atherotrombose
· TIA
· CVA
· Acuut coronair syndroom
· Myocardinfarct
· Perifeer arterieel vaatlijden (claudicatio intermittens (etalagebenen), rustpijn, necrose)
Wat is de 5 jaars mortaliteit voor claudicatio intermittens?
20%
Wat is de 5 jaars mortaliteit voor kritieke ischemie?
50%
Waar staat claudicatio intermittens ook wel bekend als?
etalagebenen
Wat is het typische klachtenpatroon bij perifeer arterieel vaatlijden?
· Pijn in spieren –> bil, dijbeen, kuit
· Na inspanning, zoals lopen
· Wordt minder in rust
Waar moet je naar kijken bij lichamelijk onderzoek bij verdenking op perifeer arterieel vaatlijden?
· Pulsaties
· Souffles
· Afwezigheid haar/atrofie huid –> door ischemie verminderde haargroei, droge huid, want talgklieren minder aanwezig door ischemie, dunnere huid
· ‘depending rubor’
· ‘blanching’
· Necrose /niet genezende wonden
Wat is ‘depending rubor’?
heeft het lichaam zwaartekracht nodig om het bloed overal te krijgen, bij gewoon voet laten hangen, voet vuurrood en goed doorbloed
Wat is ‘blanching’?
Op het moment dat je de voet optilt, wordt die lijkbleek
Welke vaten moet je palperen bij verdenking op perifeer arterieel vaatlijden?
· Art. femoralis communis
· Art. poplitea
· Art. tibialis posterior
· Art. dorsalis pedis
Welke verschillende diagnoses staat in je DD bij pijn in benen?
- Perifeer arterieel vaatlijden
- Neurogene claudicatie
- Arthrose/arthritis
- DVT - chronsiche veneuze insufficientie
- Chronisch compartiment syndroom
Noem de kenmerken van perifeer arterieel vaatlijden (karakter, lokalisatie, relatie met bewegen, verbetering van klachten)
karakter: krampen en vermoeidheid
lokalisatie: bil, dijbeen of kuit
relatie met bewegen: directe relatie
verbetering van klachten: snelle afname bij rust
Noem de kenmerken van spinaal kanaal stenose (karakter, lokalisatie, relatie met bewegen, verbetering van klachten)
karakter: prikkelinge, tintelingen en gevoelloosheid
lokalisatie: vanuit de rug, doortrekkend in het been
relatie met bewegen: variabel
verbetering van klachten: bij verandering positie, zitten geeft verlichting
Noem de kenmerken van arthritis of arthrose (karakter, lokalisatie, relatie met bewegen, verbetering van klachten)
karakter: pijn
lokalisatie: heup of knie
relatie met bewegen: variabel
verbetering van klachten: langzame afname bij rust
Noem de kenmerken van veneuze stuwing (karakter, lokalisatie, relatie met bewegen, verbetering van klachten)
karakter: bandgevoel
lokalisatie: kuit
relatie met bewegen: na bewegen
verbetering van klachten: langzame afname bij elevatie been
Noem de kenmerken van chronische compartiment syndroom (karakter, lokalisatie, relatie met bewegen, verbetering van klachten)
karakter: bandgevoel
lokalisatie: kuit
relatie met bewegen: na overmatig bewegen
verbetering van klachten: langzame afname
Welke diagnostische middelen kan je gebruiken bij pijn in de been?
· Doppler, Enkel-arm-index en looptest
· Echo-duplex
· CT –> kan je geen stenose op zien, dus vaak aangevuld met angiografie
· MRI –> kan je geen stenose op zien
· Angiografie –> slagader aanprikken en contrast rechstreeks in bloedbaan doen –> kijken hoe bloed wegstroomt
Hoe heet het als je een echo combineert met Doppler?
echo-duplex
Waar is een compressie duplex op gericht?
op veneuze problematiek –> dus niet voor arteriële problematiek
Wat is het normale Doppler effect in een soepel elastisch bloedvat? En bij een minder soepel bloedvat?
trifasisch signaal
Hooguit bifasisch signaal bij minder soepel bloedvat
Of monofasisch
–> signaal kan je vertellen of er iets mis is met het bloedvat
Hoe werkt de enkel-arm-index?
Enkel-arm-index = systolische druk enkel/arm –> meten aan beide kanten, hoogste telt
Enkel gedeeld door arm –> krijg je index
Lager dan 0,9 –> perifeer arterieel vaatlijden aangetoond
Afname van 0,15 na inspanning –> ook perifeer arterieel vaatlijden aangetoond
Als de enkel-arm-index groter is dan 1,3 dan vinden we hem niet geldig.
Naarmate je enkel-arm-index hoger wordt, zal de cardiovasculaire morbiditeit en ziektes ook hoger worden.