1B1 week 3 Flashcards
Wat zijn de 4 belangrijkste functies van de bloedcirculatie?
- Transport van voedingsstoffen en afbraakproducten
- Warmte transport
- Snelle chemische signalering – hormonen en neurotransmitters
- Doorgeven van krachten
Wat zijn de fysieke kenmerken van de bloedcirculatie? (lees door)
- Gesloten systeem, pompt in rust 5 l/min en bij sporten 25 l/min
- Goede verdeling over de organen (lengte ongeveer 100.000 km)
- Grote drukverschillen 80-120 mmHg (200 mmHg)
- Pulserende flow vs continue flow
- Geen starre, maar flexibele elastische buizen
- Bloed is een heterogene vloeistof met visceuze (stroperige) eigenschappen
- Hoge perifere weerstand
- Bloedvolume ongeveer 6 liter waarvan 65% in het veneuze systeem
Welke 2 circulaties hebben we in het lichaam en wat is de druk bij beiden?
- Linkerventrikel + -atrium voor de grote circulatie (hoge druk)
- Rechterventrikel + -atrium voor de kleine circulatie (lage druk, want weerstand longen lager dan andere organen lichaam)
Wat is de druk?
Kracht die loodrecht op een object oven een eenheidsgebied wordt toegepast
Wat is de vloeistofdruk?
kracht per oppervlakte-eenheid op een object in de vloeistof
Wat zijn de oorzaken van druk?
Zwaartekracht
Versnelling
Krachten van buitenaf –> komt vanaf hart –> bouwt druk op door pompfunctie
Is de druk in het hoofd lager of hoger dan de druk in het hart, wanneer iemand rechtop staat?
lager, door de wet van Pascal
Stroomt bloed in een kleine buis met een hoge of met een lage snelheid?
In een hele kleine buis stroomt bloed met een hoge snelheid, in een grotere buis stroomt bloed met een veel lagere snelheid. Door de continuïteitsvergelijking.
Wat gebeurt er met de snelheid bij de capillairen?
Bij de capillairen gaat de snelheid omlaag, omdat het oppervlakte omhoog gaat. Handig want daar moet de gaswisseling plaatsvinden.
Wat gebeurt er met de druk bij een vaatvernauwing?
Bij een vatvernauwing wordt de druk lager (Bernoulli), omdat de snelheid groter wordt door de continuïteitsvergelijking.
Dit is op een lokale situatie –> in 1 vat. Dus niet bv capillairen tov aorta.
Wat is de viscositeit?
weerstand die een fluïdu, biedt aan een afschuivende kracht
Of weerstand tegen glijden
Waar in een vat stroomt het bloed het snelst?
in het midden
Welk type flow zie je bij een hoge snelheid?
een turbulente flow
Wat zijn de 4 kenmerken van de laminaire flow?
- Geen geruis
- Axiaal stromen van bloeddeeltjes
- Bloeddeeltjes komen veel samen in het midden
- Plasma-skimming effect: als een vat aftakt is er wat minder bloed in de aftakking
Wanneer is er turbulente flow?
Bij systole
Bij inspanning
Bij nauwere vaten
Wat zijn de 5 kenmerken van turbulente flow?
- Optreden vaatgeruis
- Vaattrillingen voelbaar
- Energieverlies –> hart moet harder werken
- Beschadiging vaatwand, bloedplaatjes
- Trombosevorming
Wat is een maat voor de compliantie?
Hoe uitrekbaar de aorta is, is een maat voor de compliantie.
Wat is de pulsdruk?
drukverschil op 1 plek = Psys - Pdias
Wat is de gemiddelde druk?
drukverschil op 2 plekken
Wat gebeurt er met je gemiddelde druk en pulsdruk als je een trap oploopt?
Alleen gemiddelde druk omhoog
Waarom gaat met de leeftijd de compliantie omlaag?
aorta wordt stijver
Wat is de formule voor de bloeddruk?
Cardiac output x totale weerstand
Wat is de formule voor de flow van een orgaan?
Bloeddruk x weerstand in een orgaan
Hoe zorgt de sympathicus voor verandering in de perifere vaatweerstand?
Sympathicus zorgt voor verandering in de perifere vaatweerstand door vasoconstrictie (alfa 1 receptor vooral, ook wat alfa 2).