1B1 week 4 Flashcards
Wat is een STEMI?
myocardinfarct met ST elevatie
Wat is een NSTEMI?
myocardinfarct zonder ST elevatie
Wat is stabiel coronair lijden eigenlijk?
een mismatch tussen zuurstofvraag en zuurstofaanbod
Op welke momenten wordt er meer zuurstof gevraagd door het hart?
- Zwaar tafelen
- Stress
- Inspanning
- Overgang van warm naar koud –> vnw vasoconstrictie
Waar wordt stabiele AP door veroorzaakt en waar wordt instabiele AP door veroorzaakt?
Stabiele AP wordt veroorzaakt door een vernauwing van een bloedvat –> last bij inspanning –> hogere o2 behoefte
Instabiele AP wordt veroorzaakt door een trombus –> al klachten in rust
Wat is de typische pijn bij AP?
drukkend
Wat zijn de 3 kenmerken van typische AP?
- Drukkend gevoel op de borst
- Komt voor bij inspanning (of warm naar koud, hevige emoties etc.)
- Verdwijnt met rust of nitroglycerine spray
Waar is de behandeling van stabiel coronair lijden op gericht?
om de zuurstofvraag te verlagen
Welke behandeling is het belangrijkst voor stabiel coronair lijden?
Medicamenteuze behandeling
Wat is hemostase?
stoppen van de bloeding van vaatwandschade
Wat zijn de benodigdheden voor hemostase?
· Bloed componenten (eiwitten & cellen)
· Bloedflow
· Vaatwand (endotheel)
Wat gebeurt er als eerste bij schade aan de endotheelcellen?
Schade aan endotheelcellen –> collageen exposure (geen endotheelcellen meer er op) –> gladde spiercellen trekken samen voor vasoconstrictie (minder bloed kwijtraken)
Wat is Von Willebrand factor en waar is het in opgeslagen?
Von Willebrand factor is een hele lange plakkerige draden met meerdere functies –> bloedplaatjes kunnen er aan vast plakken
Von Willebrand factor is opgeslagen in Weibel-Palade bodies (hagelachtige structuren)
Wat doen Weibel-Palade bodies bij endotheelschade?
Bij endotheelschade migreren ze naar de celmembraan en gooien ze hun inhoud eruit –> secretie van von willebrand factor
Wat is desmopressin (DDAVP)?
medicijn dat wordt gegeven waardoor er VWF vrijkomt uit de palade bodies
Wat gebeurt er bij primaire hemostase?
VWF komt vrij uit Weibel-Palade bodies
bloedplaatjes adhesie (AAA)
Bloedplaatjes activatie
–> plaatjesplug
Wat gebeurt er met de Weibel-Palade bodies als gevolg van een stimulus?
Weibel-palade body exocytose –> stijging in VWF en FVIII levels
Wat is de kliniek van de ziekte van von Willebrand?
Meest voorkomende bloedingsziekte
Slijmvliesbloedingen/blauwe plekken
Welke typen van de ziekte van Von Willebrand zijn er?
· Type 1: verminderd VWF
· Type 2: niet goed werkend VWF
· Type 3: geen VWF
Wat is er aan de hand met het VWF bij de ziekte van Von Willebrand?
· Niet goed aangemaakt
· Niet goed gescreteerd
· Te veel afgebroken
Wat is de behandeling bij de ziekte van Von Willebrand?
Behandeling (type afhankelijk)
· VWF/FVIII concentraat (intraveneus)
· DDAVP (intraveneus/intranasaal)
· Tranexaminezuur (remt fibrinolyse, bloedstolsel niet zo snel afgebroken)
Wat gebeurt er bij de bloedplaatjes activatie?
Adhesie –> activeren bloedplaatjes door receptoren –> veranderen van vorm –> aggregeren –> vormen bloedplaatjes plug (eerste stelping wond)
Wat gebeurt er bij de secundaire hemostase?
de stollingscascade
Secundaire hemostase zorgt ervoor dat fibrine wordt aangemaakt en bloedplaatjesplug wordt gestabiliseerd.
Waar worden de meeste stollingsfactoren door gemaakt?
door de lever
Waar zorgt fibrine voor?
Fibrine zorgt ervoor dat je bloedplaatjesplug wordt gestabiliseerd met heel veel fibrine eromheen.
Waar zijn heel veel stollingsfactoren van afhankelijk?
vitamine K
Wat is het tenase complex?
activatie van FX naar FXa door FIXa/fFVIIIa
Wat is de kliniek van hemofilie?
- X-gebonden bloedingsziekte
- Gewrichtsbloedingen/spierbloedingen
- Hemofilie A: tekort aan Factor VIII
- Hemofilie B: tekort aan Factor IX
- Ernst: ernstig/matig-ernsig/mild –> gebaseerd op hoeveel stollingsfactor je hebt
Vanwege tekort aan stollingsfactor wordt er te weinig fibrine gemaakt wat de bloedplug stabiel kan houden
Wat is de behandeling van hemofilie?
Behandeling (type afhankelijk)
- FVIII of FIX concentraat (intraveneus)
- DDAVP (intraveneus/intranasaal)
- Transexaminezuur (remt fibrinolyse, tablet)
- Emicizumab (co-factorfunctie, subcutaan) –> complex kan weer worden gevormd
- Gentherapie
Waar wordt fibrinogeen door geknipt zodat het fibrine kan worden?
door trombine
Wat doet fibrinolyse?
oplossen van de trombus
–> niet teveel stolsel hebben
–> breekt fibrine af door plasminogeen dat wordt omgezet in plasmine
Welke stoffen zorgt voor controle van de secundaire hemostase?
Controle van de secundaire hemostase
–> zorgen ervoor dat we niet teveel fibrine krijgen
- TFPI
- Antithrombine –> remt thrombine
- APC –> remt factor VIII
Wanneer kan er een bloeding ontstaan?
als er minder plaatjes zijn en stollingsfactoren en wanneer er antistolling plaatsvindt –> veel fibrinolyse
Wanneer kan er trombose ontstaan?
meer plaatjes, meer stollingsfactoren en een afwijkende bloedflow –> weinig stolling
Welke ziektes/stoornissen zijn er bij de primaire hemostase?
· Verworven
→ Trombocytopathie –> niet goed werkende bloedplaatjes (medicatie: NSAIDs, ascal)
→ Trombopenie –> te weinig bloedplaatjes
· Aangeboren
→ Ziekte van von Willebrand
Welke ziektes/stoornissen zijn er bij de secundaire hemostase?
· Verworven
→ Medicatie (vitamine K antagonisten, DOACs)
→ Vitamine K deficientie
→ Leverfalen
· Aangeboren
→ Hemofilie
Hoe testen we dat de primaire hemostase goed werkt?
· VWF (hoeveelheid (antigeen) & functie (activiteit))
· Bloedplaatjes (aantal & functie)
Hoe testen we dat de secundaire hemostase goed werkt?
· Leverfuncties
· Vitamine K
· De vorming van fibrine door stollingsfactoren; PT (INR), APTT
Wat doet de tunica adventitia?
De tunica adventitia voedt eigenlijk het bloedvat.
Hoe ontstaan atherosclerose?
Er kunnen vetten en ontstekingscellen zich onder endotheellaag ophopen –> fatty streak –> ontwikkelen tot complexe atherosclerotische plak
Wat kan er gebeuren bij een instabiele plaque?
Hoe groter de lipidenhoop wordt hoe dunner de kap wordt –> vulnerabele plak –> kap kan scheuren –> inhoud lipiden komt vrij –> heel trombogeen –> ontstaan stolsel
Wat kan er gebeuren bij een stabiele plaque?
Stabiele plak bevat veel kalk en kap blijft dik –> zal niet snel aanleiding geven tot acuut coronair syndroom
Door stenose kan het wel klachten geven –> AP
Wat is de volgorde van behandeling voor stabiele angina pectoris?
1, Lifestyle management
2, Medicamenteus
3, Revascularisatie
4, Cardiale revalidatie
Wat is de volgorde van behandeling voor acuut coronair syndroom?
1, Revascularisatie
2, Medicamenteus
3, Lifestyle management
4, Cardiale revalidatie
Wat is de medicamenteuze behandeling van stabiele AP?
- Anti-ischemische medicatie, bv bloeddrukverlagers (calcium antagonisten (geen effect op nieren, wel oedeem), ACE remmers) of frequentieverlagers (beta blokkers (houdt hartfrequentie laag bij inspanning en leidt tot impotentie))
- Voorkomen van events
Waar zorgen vaatverwijders vooral voor?
Vaatverwijders verlagen vooral veneuze druk in het systeem, zodat de wandspanning van het ventrikel verlaagd zodat op die manier de zuurstofvraag verminderd.
Wat kan je doen om events te voorkomen bij stabiele AP?
- Anti plaatjes therapie bv aspirine (secundaire preventie)
- Statine om progressie van atherosclerose te remmen
(verlaagt cholesterol –> minder vet –> verlaagt atherosclerose, herstelt endotheel, bijwerking is echter spierpijn)
P6K9 remmer als je intolerant bent voor statines
- Statine om progressie van atherosclerose te remmen
Wanneer doen we revascularisatie bij stabiele AP?
Symptomen niet goed reageren op medicamenteuze behandeling of bij significant coronair lijden met ischemie van meer dan 10%
Welke typen van revascularisatie zijn er?
- PCI
- Hybride
- CABG
Welke 3 klinische scenario’s zijn er bij acuut coronair syndroom?
· Instabiele AP
· NSTEMI
· STEMI
Wat is het verschil tussen stabiel coronair lijden en acuut coronair syndroom?
Verschil met stabiel coronair lijden is dat bij stabiel coronair lijden er een plak is die een obstructie geeft die klachten geeft, bij acuut coronair syndroom is de plak gescheurd en komt de inhoud vrij –> bloedvat kan afgesloten worden door een stolsel (bijna helemaal afgesloten is STEMI, deels is NSTEMI)
Wat zijn de kenmerken van een STEMI?
· Klachten (in rust)
· ST segment elevatie in minimaal 2 afleidingen
· Verhoogde cardiale enzymen
Wat zijn de kenmerken van een NSTEMI?
· Klachten (in rust)
· Geen ST segment elevatie
· Verhoogde cardiale enzymen (NSTEMI)