1B1-W2-PD.1 patiënt met cardiale problemen Flashcards
1
Q
Welke diagnoses passen bij POB?
A
bijvoorbeeld:
- Hartinfarct
- hartritmestoornis
- acute aortaruptuur
- longembolie
2
Q
Via welk systeem vraag je de klacht uit?
En hoe ziet dit er standaard uit bij hartinfarct?
A
ALECOBO A- vaak drukkende pijn met uitstraling L- op borst met uitstraling E- Olifant op borst C- constante pijn O- Hart B- medicatie nog niet in gebruik tenzij eerder. Heel rechtop zitten want benauwd. O- Zweten, duidelig, misselijk.
3
Q
Wat zijn risicofactoren voor hartinfarct?
A
- Leeftijd
- gewicht
- roken
4
Q
Waarom meet je bij LO de extremiteiten?
A
de circulatie moet je meten, en de patiënten zijn vaak klam. Dit kun je goed voelen in de handen en voeten.
5
Q
Wat is belangrijk aanvullend onderzoek?
A
- ECG, lastig sinusritme te zien met ST elevaties bv.
- CAG coronair angiografie