1B1 - W1 - HC8 Medische geschiedenis: het lichaam in balans Flashcards

1
Q

Wat was het uitgangspunt van Claude bernard?

A

Je moet een constant intern milieu hebben. (tegenwoordig homeostase)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is vitalisme? wat is humorenleer?

A
  • bestaan van levenskrachten

- leer van de vier lichaamsvochten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waardoor dachten men vroeger dat de evenwichtstoestand van het lichaam werd beinvloed?

A
  1. res naturales
  2. res contra-naturales
  3. res non-naturales
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is dualisme?

A

scheiding tussen lichaam en geest, dit leidde tot mechanische kijk op lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat hield de opkomst van de moderne fysiologie in?

A

anatomie bestuderen is statisch. Fysiologie bestuderen met levende mensen. Dit deden ze met dieren eerst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is micro-determinisme?

A

chamische en fysische wetmatigheden van het individuele organisme. materialistisch/mechanisch denken.
Ziekte is op specifiek gebied en heeft specifieke behandeling nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn 3 nieuwe opvattingen over balans?

A
  • samenstelling veranderd–> stabiliteit
  • interactie met omgeving–> interne focus
  • algemeen- specifieke (onderdelen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is de fysiologie dominant van de 20e eeuw?

A

verschillende orgaansystemen met regulerende processen. mechanisch en natuur gaat samen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

TT. Waaruit is de moderne biomedische ontstaan?

A

vanuit Bernard.

  • experimentele methode met verschillende onderzoeksvelden.
  • mechanisch denken
  • reductionisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is reductionisme?

A

modellen worden gebruikt. Deze staan ongeveer gelijk aan de werkelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn de kenmerken van biomedische traditie?

A
  • specifiteitsdenken
  • mechanisch denken
  • reductionisme
  • invasief handelen
  • vooruitgangsgeloof
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waaraan merk je dat vitalisme niet is verdwenen?

A
  • Er zijn nog vragen die openstaan die je niet met mechanistisch denken kan oplossen.
  • Hierdoor is er nog ruimte voor begrip van alternatieve en niet westerse geneeskunde etc.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom is de epidemiologische tak weer teruggekomen?

A
  • In het lab ging heel goed maar dat zijn gecontroleerde omstandigheden
  • meer vraag naar invloed van sociale en klimaat omgeving.
  • Dit leidt tot verschuiving van statisch en fysiologische benadering naar dynamische en interactionistische benadering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe zie je nu een evenwicht met modern denken en ook van vroeger?

A
  • ene kant modern, autonomie en eigen regie etc.

- ander kant nadruk op de uitdagingen van het leven zoals de airs, waters, places -traditie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

TT. Wat nemen wij nu vooral nog mee uit de oude manier van denken over het lichaam?

A

Dat mens, omgeving en cultuur een rol speelt bij de gezondheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly