1.A.8 - HC.7 Beeldvorming Flashcards
Wat bepaald de licht/donkerheid van een structuur op een rontgenfoto?
Hoe hoger het massagetal en hoe denser het materiaal hoe witter
Op volgorde van wit naar zwart?
bot, zacht weefsel, vet, lucht
Welke stoffen worden gebruikt bij patienten om contrast weer te geven?
jodium of bariumpap
Welke organen zijn goed te herkennen door hun vetlaag?
lever en nieren
Wat zie je bij upper GI?
stof oraal ingenomen –> contrast zichtbaar in de maag
Wat zie je bij lower GI?
stof rectaal ingenomen –> onderste deel van de darmen
Hoe worden galstenen aangetoond?
Via een operatief cholangiogram worden de galwegen aangeprikt, gevuld met contrast en geidentificeerd met MRI.
Hoe werkt angiografie?
Er wordt een katheter ingebracht waar via contract kan worden toegedient die de bloedvaten zichtbaar maakt op een röntgenfoto
Hoe werkt een intraveneuze pyelogram?
toedienen van intraveneuze vloeistof –> circuleert in lichaam en wordt uitgescheiden door de nieren, verzamelen de vloeistof en voeren af richting de blaas: mogelijke obstructie in de ureter kan worden aangetoond
Vanaf welke kant wordt er gekeken bij een sagittale opname?
vanaf de zijkant
Vanaf welke kant wordt er gekeken bij een axiale opname?
vanaf de voeten van de patient: rechts in het lichaam is links op de foto