15.5 Economie Flashcards
dalen
abnehmen; nimmt ab, nahm ab, hat abgenomen
het aandeel (waardepapier)
die Aktie, die Aktien
de naamloze vennootschap (nv)
die Aktiengesellschaft (AG), die Aktiengesellschaften
het aandeel
der Anteil, die Anteile
de adviseur, de consultant
der Berater, die Berater
de (aandelen)beurs
die Börse, die Börsen
Veel bedrijven gaan de laatste tijd naar de beurs
Viele Firmen gehen in letzter Zeit an die Börse
de vooruitgang, de vordering
der Fortschritt, die Fortschritte
China’s economie heeft in de laatste jaren grote vorderingen gemaakt
Chinas Wirtschaft hat in den letzten Jahren große Fortschritte gemacht
de fusie
die Fusion, die Fusionen
de vennoot, de compagnon
der Gesellschafter, die Gesellschafter
de bv (besloten vennootschap)
die GmbH, die GmbHs (Gesellschaft mit beschränkter Haftung)
de handel
der Handel
de producent, de fabrikant
der Hersteller, die Hersteller
de productie, de fabricage
die Herstellung
De productie van de machines levert een belangrijke bijdrage aan de Duitse economie
Die Herstellung von Maschinen leistet einen wichtigen Beitrag zur deutschen Wirtschaft
de industrie
die Industrie, die Industrien
de investering
die Investition, die Investitionen
het kapitaal
das Kapital
de consumptie, het verbruik
der Konsum
Consumptie is goed voor de economie
Konsum ist gut für die Wirtschaft
het concept, het ontwerp
das Konzept, die Konzepte
de landbouw, landbouw een veeteelt
die Landwirtschaft
de leiding
die Leitung, die leitungen
