1.4 LUISTEREN Flashcards
1
Q
Globaal
A
Je vormt je een beeld van hoofdzaken in de tekst. Randinformatie en details
geef je geen aandacht.
2
Q
intensief
A
Je probeert een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de tekst.
Je probeert daarbij een algemene structuur te schetsen met extra informatie en details.
3
Q
Oriënterend
A
Je bepaalt de zender, boodschap, ontvanger, tekstdoel… van de tekst om te
zien of het nuttig is dat je deze tekst beluistert.
4
Q
Zoeken
A
Je gaat op zoek naar specifieke informatie in het luisterfragment en negeert
andere zaken
5
Q
Kritisch
A
Je luistert naar een fragment om daarna een oordeel te vellen waarin je jouw
mening geeft aangevuld met argumenten