12.5 Zekerheid en waarschijnlijkheid Flashcards
absoluut
absolut
Ik deel absoluut je mening
Ich bin absolut deiner Meinung
zogenaamd
angeblich
Zogenaamd heeft zij het geld gestolen
Angeblich hat sie das Geld gestohlen
bijna
beinahe
Bijna was ze aan de ziekte gestorven
Beinahe wäre sie an der Krankheit gestorben
bijvoorbeeld
beispielsweisse
vast, zeker (wel)
bestimmt
Ze denken vast wel aan jouw verjaardag
Sie denken bestimmt an deinen Geburtstag
eigenlijk
eigentlich
ongeveer, misschien
etwa
Gaat het bij het gesprek misschien om je nieuwe taak in het bedrijf?
Geht es bei dem Geschpräch etwa um deine neue Aufgebe im Betrieb
bijna
fast
Bijna had ik vergeten dat ik een afspraak heb
Fast hätte ich vergessen, dass ich einen Termin habe
zeker
gewiss
Dat is zeker geen probleem
Das ist gewiss kein Problem
het principe, het (grond)beginsel
der Grundsatz, die Grundsätze
Je kunt niet altijd aan je principes vasthouden
Man kann nicht immer an seinen Grundsätzen festhalten
fundamenteel, principieel
grundsätzlich
Zo’n principiële kwestie kun je niet alleen beslissen
So eine grundsätzliche Frage kann man nicht allein entscheiden
hoofdzakelijk
hauptsächlich
hopelijk
hoffentlich
op de een of andere manier
irgendwie
Op de een of andere manier bevalt het schilderij me nog niet
Irgendwie gefällt mir das Bild noch nicht