1.16 Neurocognitieve stoornissen Flashcards

1
Q

neurocognitieve

A

We spreken van een neurocognitieve stoornis als er een verandering in je hersenen optreedt, waardoor je denkvermogen achteruitgaat.
- functioneren van je hersenen aangetast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

delirium

A

plotseling (en ernstige) verandering in de mentale toestand gekenmerkt door verwardheid & hallucinaties. Komt vaak voor bij infectie, uitdroging & medicatie bijwerkingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

preseniele dementie

A
  • Voor 65 jaar
  • Cognitieve achteruitgang, vergeeftachtig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

afasie

A

vermindert het vermogen om taal te begrijpen/produceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

agnosie

A

Verminderd vermogen om voorwerpen te herkennen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

apraxie

A

Verminderd het vermogen om doelgerichte bewegingen uit te voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly