101-150 Flashcards
bedenken
se maquiller
haar kamen
se coiffer
voorbereiden
se preparer
zeker
sûr
het gebouw
le immeuble
rustig
tranquillement
de plicht
le devoir
verkopen
vendre
zich vergissen
se tromper
gebeuren, to happen
se passer
overgaan
passer
vinden
trouver
zich bevinden
se trouver
in plaats van
plutôt
de mond, de bek
la gueule
houd zichzelf op de hoogte
se tenir au courant
in de mode
en mode
een wandeling maken
promener
zichzelf uitlaten
se promener
komen
venir
richting
vers
vertellen
raconter
een gewone ochtend
une matinée lambda
als
en tant
vertalen
traduire
klinkt goed
ça me semble bien
eigenlijk
en fait
douchen
se doucher
scheren
se casser
boos worden
s’énever
zich aankleden
s’habiller
boos worden
se fâcher
zich uitkleden
se deshabiller
gewend raken aan
se habituer
zich vervelen
s’ennuyer
om zich te scheren
se raser
herinneren
se souvenir de
verdwalen
se perdre
zich ervan weerhouden
s’empêcher de
er niet in slagen
se tromper de
zwemmen
se baigner
in slaap vallen
s’endormir
zich zorgen maken
s’inquiéter
bespotten
se moquer
een beetje onhandig
un peu maladroit
vaak
souvent
de oplader
le chargeur
gemakkelijk
facilement
het notitieboek
le cahier
de kennel
le chenil