ZS 5 Flashcards

1
Q

Bacteriele regulatie is thv de ….

A

trancriptie (bacterien reguleren hoeveel mRNA er wordt gemaakt uit genen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Eukaryote regulatie is thv ….

A

trancriptie , RNA processing én translatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Regulatorische transcriptie factoren

A
  • eiwitten die op dna binden
  • binden nabij promotor
  • reguleren transcription rate van één OF meer genen die nabij gelegen zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Repressoren en activatoren (negatieve en positieve controle)

A
  • type reglatorische TF

* Binden nabij een promotor en inhibieren/stimuleren de trancriptie van gen(en) die nabij gelegen zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Small effector moleculen

A

Binden op regulatorische TF en veroorzaken een conformationele verandering in het eiwit dat ervoor zorgt dat TF actief of inactief wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het Lac operon

A
  • cluster van structurele genen voor de metabolisme van lactose (lacA,Y,Z)
  • genen hebben functies in dezelfde pathway
  • allolactose is een regulaor van het lac operon
  • onder transcriptionele controle van 1 promotor (lacP)
  • bevat regulatorische regio : operator (lacO). Dit is een cis-acting regulatorische dna
  • product van transcriptie van deze genen = polycistronische mRNA (mRNA die meer dan 1 eiwit codeert)

*Buiten het lac operon vinden we de repressor regio (lacI)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

polycistronische mRNA

A

mRNA die meer dan 1 eiwit codeert , zoals de transcript van het lac operon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Lac Z

A

Lac Z codeert voor b-galactosidase, een enzym die lactose afbreekt en een deel van de lactose omzet tot allolactose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe werkt het Lac operon

A

Laci: Buiten het lac operon, naast de CAP site . Codeert voor lac repressor, die het lac operon reguleert door productie van repressor eiwit die binden op operator site ( rna polymerase kan niet voorbij de repressors )
. Heeft zijn eigen promotor: i promotor
Allolactose is een small effector molecule, die op de repressor eiwit kan binden en eroor kan zorgen dat de eiwit niet op de operator bindt.

Allolactose is dus een inducer die de lacoperon leesbaarmaakt voor rna polymerase

CAP site:
het catabolite activator protein bindt op de CAP site, bij aanwezigheid van cAMP.
cAMP is in hoge concentraties aanwezig, wanneer er geen glucose is.
CAP gen is gelegen
Buiten het lac operon, naast de lac promotor. Wanneer het complex van CAP eiwit en cAMP op het dna binden, zal de lac operon meer afgelezen worden door rna polymerase.

Catabolite repression: glucose aanwezig, geen lac operon activitet, want glucose inhibieert de productie van cAMP.

LacZ: R
De hoeveelheid allolactose aanwezig in omgeving wordt bepaald door hoeveelheid lactose aanwezig, want deel ervan omgezet door lacZ enzyme b-galactosidase tot allolactose. (er is een basaal transcriptie van lac operon, ook wanneer repressor werkzaam is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

trp operon

A
  • codeert voor enzymen nodig voor biosynthese van tryptofaan (tryp A tot E genen)
  • tryp repressor aanwezig in trp operator.
  • tryptofaan is een small effectormolecule die op de tryp repressor eiwit bindt, en een conformationele verandering teweegbrengt zodat de repressor een conformatie verandering ondergaat , waardoor het kan binden op het dna (-> tryptofaan = een small effector molecule, die als co-repressor werk)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly