ZO.3 - Histologie zenuwweefsel Flashcards

1
Q

Wat bevindt zich vooral in grijze stof?

A

veel dendrieten, ongemyeliniseerde axonen en cellichamen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat bevindt zich vooral in witte stof?

A

gemyeliniseerde vezels (veel lipiden –> zilverimpregnatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waaruit bestaat het dura mater?

A

onregelmatig vezelig bindweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar bevindt zich de subarachnoïdale ruimte?

A

tussen pia mater en arachnoïdea mater

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de functies van een astrocyt?

A

o vormt een deel van de bloed-hersenbarrière
o reguleert interstitiële vloeistofcompositie (metabole support)
o biedt een manier van structurele support en organisatie aan het CZS (structurele support)
o helpt met neuronale ontwikkeling
o repliceert om de plaats tussen stervende neuronen in te nemen
o repareren van uitlopers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de functies van microglia?

A

o fagocytotische cel die door het CZS beweegt
o beschermt het CZS door pathogenen en andere mogelijke schadelijke substanties te “engulfen”
o dus: verdediging en immuungerelateerde activiteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de functies van oligodendrocyten?

A

o myeliniseren en isoleren van axonen van het CZS
 één oligodendrocyt kan meerdere axonen myeliniseren, in tegenstelling tot cellen van Schwann in het perifere zenuwstelsel.
o staat snellere actiepotentiaal propagatie toe door axonen in het CZS
o elektrische isolatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de functie van ependymcellen?

A

Ependymcellen zorgen voor de bekleding van de binnenkant van het centrale kanaal (en ventrikels van de hersenen) en produceren liquor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar liggen ependymcellen?

A

bekleding van het ventrikelsysteem en in het plexus choreoïdus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een ander woord voor het cellichaam van een neuron?

A

perikaryon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom is het cellichaam van een motorneuron zeer groot?

A

• Het grote cellichaam wijst op een hoge mate van metabole activiteit, die nodig is voor het onderhouden van de zeer lange uitlopers van de motorneuronen. Deze uitlopers kunnen immers lopen van het onderste puntje van het ruggenmerg tot in de tenen.
• In het perikaryon worden ook de neurotransmitters geproduceerd, die vervolgens in de uitlopers op transport gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de functie van het cerebellum?

A

bewegingscoördinatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Beschrijf de ligging van Purkinjecellen in het cerebellum

A

de cellichamen van purkinjecellen liggen in de Purkinjecellaag. Via hun dendrieten in de moleculaire laag ontvangen ze signalen vanuit andere delen van het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe zien purkinjecellen eruit en waarvoor dient dit?

A

Purkinjecellen hebben een hele uitgebreide dendrietenboom: hoe meer dendrieten, hoe meer contact met axonen, hoe groter gebied van waaruit Purkinjecellen signalen ontvangen.
- Purkinjecellen integreren de signalen van een groot aantal neuronen, wat nuttig is voor bewegingscoördinatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat bevindt zich in de moleculaire laag van het cerebellum?

A

axonen van korrelcellen, cellichamen van gliacellen en dendrieten van Purkinjecellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe verloopt de signaaloverdracht in het cerebellum?

A
  1. axonen lopen vanuit de witte stof door in het granulaire laag (GL) van de grijze stof, waar ze synapteren met de dendrieten van de korrelcellen.
  2. De axonen van de korrelcellen eindigen in de moleculaire laag (ML) en synapteren daar met de uitgebreide dendrietenbomen van de Purkinjecellen (P).
  3. Deze integreren de signalen van diverse korrelcellen en geven via een axon een motorisch signaal af richting ruggenmerg, zodat een of meer spiergroepen worden geactiveerd.
  4. De cellichamen in de moleculaire laag zijn die van neurogliacellen. Hier liggen dus geen perikarya van neuronen. De granulaire laag bevat veel neuronen en gliacelen.
17
Q

Wat zijn de functies van Schwann cellen?

A

Schwanncellen zijn verantwoordelijk voor de vorming van myeline in het perifeer zenuwstelsen. Deze myeline zorgt voor elektrische isolatie van de axonen en zorgen voor een versnelde impulsgeleiding. De myelineschede, gevormd door de Schwanncel, heeft een beschermende en ondersteunende functie bij het axon

18
Q

Wat is een knoop van Ranvier?

A

de scheiding tussen de myelineschedes, gevormd door twee aangrenzende Schwanncellen

19
Q

Wat zijn kanalen van Schmidt-Lanterman en hoe ontstaan deze?

A

Deze worden gevormd doordat cytoplasma van een Schwanncel wordt ingesloten tijdens het proces van myelinisatie, en wordt samengeperst in een klein kanaaltje.
Een kanaal van Schmidt-Lanterman is dan dus ook een kanaal met overgebleven cytoplasma

20
Q

Wat is de functie van de knoop van Ranvier?

A

Het verhoogt de snelheid van het signaal over het neuron, omdat de actiepotentiaal saltatoir (van knoop naar knoop) overspringt

21
Q

Wat is de functie van de kanalen van Schmidt-Lanterman?

A

De laag cytoplasma die het kanaal van Schmidt-Lanterman vormt, is belangrijk voor het onderhoud van de myelineschede

22
Q

Wat zijn satellietcellen en waar liggen ze?

A

kleine cellen die in een continue laag rond de perikarya van neuronen liggen

23
Q

Wat zijn de functies van satellietcellen?

A
  1. Elektrisch isoleren van cellichamen in ganglia in het perifere zenuwstelsel
  2. Reguleren van de uitwisseling van nutriënten en afvalstoffen voor de cellichamen
    3.
24
Q

Wat is Multiple Sclerose (MS)

A

een auto-immuunziekte waarbij de eigen afweercellen het myeline in de hersenen aanvallen en beschadigen

25
Q

Wat is een relapse?

A

een aanval

26
Q

Wat is een remissie?

A

een herstelperiode

27
Q

Wat is transneuronale degeneratie?

A

het proces waarbij neuronen, die met hun dendrieten alleen in verbinding staan met een ander neuron dat is doodgegaan, zelf ook doodgaan door gebrek aan stimulatie.