HC.5 - Sensibiliteit Flashcards

1
Q

Hoe werkt de pupilreflex van het viscerale systeem?

A

• Oog -> thalamus -> hersenstam -> sympathisch ganglion -> m. constr. pupillae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat innerveert het somato-sensibele systeem?

A

gevoel, tast, pijn, temperatuur en vibraties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat innerveert het somato-motorische systeem?

A

skeletspieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een andere naam voor hersenvocht, en waar komt dit in voor?

A

liquor
komt voor in het ventrikelsysteem (waaronder dus het centrale kanaal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat bevindt zich in de ventrale hoorn?

A

cellichamen van somato-motorische neuronen die axonen naar buiten sturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat bevindt zich in de dorsale hoorn?

A

axonen van sensorische neuronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar bevinden zich de cellichamen van neuronen die axonen in de dorsale hoorn hebben?

A

net buiten het ruggenmerg, tussen de wervels in de spinale ganglion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de volgorde van passage vanuit het CNS naar effector/receptor?

A

radix (wortel) –> spinale zenuw –> ramus (tak)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke typen neuronen gaan door de dorsale radix?

A

sensibel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke typen neuronen gaan door de ventrale radix?

A

motorisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat wordt geïnnerveerd door de dorsale ramus?

A

achterzijde nek, rug en achterzijde bekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat wordt geïnnerveerd oor de ventrale ramus?

A

voorzijde nek en buik, gehele armen en benen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Benoem de segmenten van de uittredingen van de wortels

A
  • 8 cervicale
  • 12 thoracale
  • 5 lumbale
  • 5 sacrale
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een plexus?

A

Plexus is de plaats van herschikking van spinale zenuwen tot de perifere zenuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe heet de plexus van de arm, en welke segmenten bevat het?

A
  • plexus brachialis
  • segmenten C4 - T1
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe heet de plexus van het been, en welke segmenten bevat het?

A
  • plexus femoris
  • segmenten L3 - S1
17
Q

Wat is een dermatoom?

A

een deel van de huid die wordt geïnnerveerd door 1 spinale zenuw / 1 segment

18
Q

Bevat een perifere zenuw wel of niet delen van meerdere dermatomen?

A

Wel

19
Q

Benoem van het visueel sensorische systeem:
1) modaliteit
2) stimulus energie
3) receptor klasse
4) receptor cel typen

A

1) visie
2) licht
3) fotoreceptor
4) staafjes en kegeltjes

20
Q

Benoem van het audio sensorische systeem:
1) modaliteit
2) stimulus energie
3) receptor klasse
4) receptor cel typen

A

1) gehoor
2) geluid
3) mechanoreceptoren
4) haar cellen (cochlea)

21
Q

Benoem van het vestibulair sensorische systeem:
1) modaliteit
2) stimulus energie
3) receptor klasse
4) receptor cel typen

A

1) balans
2) zwaartekracht
3) mechanoreceptor
4) haarcellen (vestibulair labyrint)

22
Q

Benoem van het somato-sensorische systeem:
1) modaliteit
2) stimulus energie
3) receptor klasse
4) receptor cel typen

A

1) somatisch gevoel
4) dorsale wortel ganglion

subtypen:
Aanraking
2) druk
3) mechanoreceptor
4) huidreceptoren

Proprioreceptie
2) verplaatsing
3) mechanoreceptor
4) spier en gewrichtsreceptoren

Temperatuur:
2) thermisch
3) thermoreceptor
4) koude en warmte receptoren

Pijn
2) chemisch, thermisch of mechanisch
3) chemoreceptor, thermoreceptor of mechanoreceptor
4) polymodaal, terhmaal en mechanische nocirecptoren

Jeuk
2) chemisch
3) chemoreceptor
4) chemische nocireceptor

23
Q

Benoem van het smaak-sensorische systeem:
1) modaliteit
2) stimulus energie
3) receptor klasse
4) receptor cel typen

A

1) smaak
2) chemisch
3) chemoreceptoren
4) smaakpapillen

24
Q

Benoem van het olfactorisch-sensorische systeem:
1) modaliteit
2) stimulus energie
3) receptor klasse
4) receptor cel typen

A

1) geur
2) chemisch
3) chemoreceptor
4) olfactorisch-sensorische neuronen

25
Q

Welke twee somato-sensibele systemen bestaan er?

A
  • vitaal (pijn, temperatuur)
  • gnostisch (trilling, positie, aanraking)
26
Q

Beschrijf de weg van het vitale somato-sensibele systeem?

A

vitale prikkel –> eerste synaps in dorsale hoorn –> vervoer via anterolaterale baan

27
Q

Beschrijf de weg van het gnostische somato-sensibele systeem?

A

gnostische prikkel –> dorsale kolom –> eerste synaps in hersenstam –> …

28
Q

Benoem de baan en kruising van gnostische sensibiliteit

A
  • dorsale kolom
  • kruising in hersenstam
29
Q

Benoem de baan en kruising van vitale sensibiliteit

A
  • anterolaterale baan
  • kruist in ruggenmerg segment
30
Q

Wat zijn de 3 (belangrijke eerste synapsen) in het somato-sensibele systeem?

A
  • hersenstam/ruggenmerg
  • thalamus
  • somato-sensibele schors