ZO.1, 2 , 3 en 5 Flashcards

basale kernen, cerebellum, essentiële tremor en psychiatrisch onderzoek

1
Q

Waar bevindt de nucleus caudatus zich?

A

in de wand van het laterale ventrikel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke basale kernen liggen in het telencephalon?

A

striatum en globus pallidus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke basale kern ligt in het diencephalon?

A

nucleus subthalamicus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke basale kern ligt in het mesencephalon?

A

substantia nigra

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar gaat output van de globus pallidus interna naar toe?

A

thalamus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar gaat output van de substantia nigra pars reticulata naar toe?

A

colliculus superior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is reinforcement learning?

A

dopamine release wordt gestimuleerd als een reward voor een geslaagde actie. Handelingen die profijt hebben voor het individu worden op die manier gestimuleerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is hemiballisme?

A

laesie rechter nucleus subthalamicus, waardoor excitatie globus pallidus wegvalt en daardoor terugval inhibitie van de thalamus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn symptomen bij hemiballisme?

A

snelle, grote schoppende en slaande bewegingen van de contralaterale ledematen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de rol van de inferior pedunculus?

A

aanvoerende vezels uit verschillende hersenstam gebieden en uit het ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de rol van de superior pedunculus?

A

afvoerende vezels uit cerebellaire kernen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de rol van de medius pedunculus?

A

aanvoerende vezels uit basale ponskernen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn premotorgebieden?

A
  • ventrolaterale deel thalamus
  • nucleus ruber
  • vestibulaire kernen
  • colliculus superior
  • reticulaire formatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke interneuronen zijn er in de cerebellaire schors?

A
  • stellate cells/stercellen
  • basket cells/ korfcellen
  • Golgi-cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het 3-neuron-circuit?

A

vestibulaire ganglioncel –> vestibulaire kerncel –> motoneuron oogspier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe verloopt de vestibulaire-oculaire reflex?

A
  • Uit evenwichtsorgaan loopt de N.8 naar zowel de vestibulaire kernen als het vestibulocerebellum
  • Het vestibulocerebellum geeft input aan de vestibulaire kernen middels Purkinjevezels
  • Uit de vestibulaire kernen loopt de flm naar de nucleus abducens
  • Via de nucleus abducens loopt N.6 naar de oogspieren
  • Vanuit de oogspieren loopt N.2 naar de accessoire optische kernen die via een retinal slip signaal info sturen naar de oliva inferior
  • Vanuit de oliva inferior loopt via climbing fibers een ‘fout’ signaal naar het vestibulocerebellum dat zo de output kan aanpassen
17
Q

Wat is de DD van essentiële tremor?

A
  • metabool: hyperthyreoidie, hyperadrenerg en m. Wilson
  • medicatie
  • m. Parkinson
  • cerebellaire stoornis
18
Q

Wat is de therapie van essentiële tremor?

A
  • medicamenteus: propranolol, primidon, topiramaat
  • operatief: thalamotomie en thalamusstimulatie
19
Q

Wat is een essentiële tremor?

A

houdings- en actietremor

20
Q

Wat hoort er onder de status mentalis?

A
  • eerste indrukken
  • cognitieve functies
  • affectieve functies
  • conatieve functies
21
Q

Wat zijn affectieve functies?

A

affect en stemming

22
Q

Wat zijn conatieve functies?

A

willen, streven en handelen

23
Q

Waar kan zelfverwaarlozing een teken van zijn?

A

alcoholverslaving, schizofrenie en dementie

24
Q

Wat valt er onder intellectuele functies?

A
  • abstractievermogen
  • executieve functies
  • intelligentie
  • oordeelsvermogen
  • ziekte-inzicht
25
Q

Wat is synesthesie?

A

bij prikkeling van een zintuig worden ook gewaarwordingen van een ander zintuig ervaren

26
Q

Welke wanen zijn er?

A
  • paranoidewaan
  • megalomanewaan
  • betrekkingswaan
  • betrekkingsideeën
27
Q

Wat valt er onder vitale kenmerken?

A
  • anhedonie
  • remming/agitatie
  • doorslaapstoornis
  • moeheid
  • dagschommeling
  • eetlustverlies
  • gewichtsverlies
  • libidoverlies
28
Q

Wat valt er onder psychomotoriek?

A
  • gestiek
  • mimiek
  • spraak