HC.5 en VO.1 Flashcards

Farmacotherapie bij Parkinson en beweginsstoornissen

1
Q

Wat is de werking van anticholinergica?

A

balans tussen acetylcholine en dopamine herstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de werking van amantadine?

A

heft de onderdrukking van de dopamine release op doordat het een glutamaatreceptor antagonist is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de nadelen van amantadine?

A
  • na 8-9 maanden uitgewerkt
  • misselijkheid
  • livedo reticularis(uitslag benen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de werking van L-dopa?

A

precursor van dopamine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom L-dopa samen met carboxylaseremmer geven?

A

zodat L-dopa buiten de hersenen zo min mogelijk tot dopamine wordt afgebroken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de nadelen van L-dopa?

A
  • misselijkheid
  • anorexie
  • dyskinesie
  • on-off fenomeen: door korte halfwaardetijd zijn er enorme fluctuaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat kun je doen tegen het on-off fenomeen?

A

decarboxylaseremmer geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de werking van apomorfine?

A

D2-agonist
heeft langere halfwaardetijd dat L-dopa en dus minder on-off fenomeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de nadelen van apomorfine?

A

misselijkheid/braken
hypotensie
hallucinaties/verwardheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de werking van MAOb remmer/selegiline?

A

mono-amino-oxidase B breekt dopamine af in synapsspleet en dat wordt hiermee geremd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de nadelen van selegiline?

A
  • hallucinaties
  • slapeloosheid
  • misselijkheid
  • bloeddrukschommelingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de werking van een COMT remmer?

A

remt de afbraak van L-dopa
dmv entacapone of tolcapone

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is akathisie?

A

rusteloosheid en bewegingsdrang; subjectief een innerlijk gevoel van rusteloosheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is ataxie?

A

bewegingsstoornis waarbij de verschillende elementen van beweging niet goed op elkaar zijn afgestemd, waardoor de motoriek schokkerig en ongecoördineerd verloopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is ballisme?

A

onregelmatig optredende, onwillekeurige, aritmische, bruuske bewegingen van proximale deel van de ledematen zonder patroon, waarbij arm en been als het ware worden weggeslingerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is bradykinesie?

A

vertraagde start bij willekeurige bewegingen met toenemende traagheid en afnemende amplitude bij repetitief alternerende bewegingend

17
Q

Wat is chorea?

A

onregelmatig optredende snelle niet doelgerichte bewegingen van extremiteiten, romp of gelaat waardoor het normale bewegingspatroon wordt doorkruist

18
Q

Wat is dystonie?

A

abnormaal verdeelde verhoogde spiertonus waarbij afwijkende houding ontstaat in extremiteiten, romp, hals of gelaat

19
Q

Wat is hypokinesie?

A

vermindering van spontane bewegingen

20
Q

Wat is myoclonie?

A

kortdurende schokachtige onwillekeurige bewegingen door spiercontractie(positief) of door plotseling verlies van tonus tijdens een bepaalde houding(negatief)

21
Q

Wat is rigiditeit?

A

de door de onderzoeker gevoelde verhoogde weerstand bij passief bewegen door verhoogde tonus in agonist en antagonist gedurende het hele traject van de beweging

22
Q

Wat is een tic?

A

kortdurende, plotseling optredende, niet te weerstane, misplaatste, terugkerende beweging, die of op zich zelf staat of een handeling met een bepaald doel weerspiegelt

23
Q

Wat is tremor?

A

ritmische onwillekeurige oscillerende beweging van een lichaamsdeel

24
Q

Wat is segmentaal?

A

2 aangrenzende lichaamsdelen

25
Q

Wat is multifocaal?

A

in een aantal niet aan elkaar grenzende lichaamsdelen

26
Q

Welke diagnose bij chorea?

A

Huntington

27
Q

Welke diagnose bij ballisme?

A

CVA