ZO's week 1 Flashcards

1
Q

In welke volgorde vindt de celcyclus plaats?

A

Een cel die zich niet deelt bevindt zich in de G0 fase, vervolgens gaat hij door naar de G1 fase waarin cytoplasma en eiwitaanmaak plaats vindt. Daarna gaat hij door naar de S fase, waarin DNA wordt gemaakt. Daarna G2-fase waarin eiwitten worden gemaakt voor de aanmaak van de cel en daarna M-fase waar deling in plaats vindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de functie van de kraakbeenschotten in de bronchi?

A

Versteviging van het longweefsel om te voorkomen dat de bronchi kunnen dichtklappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Uit welke cellen bestaan de alveoli, en vanuit welke cel ontstaat dit?

A

Uit pneumocyten, type 1 pneumocyten ontstaan uit type 2 pneumocyten.
Type 1 bedekt ongeveer 97% van het oppervlakte, maar er zijn zo’n 2x zoveel type 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat doet surfactant?

A

Verlaging oppervlaktespanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe heet het zwarte pigment in de longen? En hoe ontstaat dit

A

Antracose, ontstaat door bijvoorbeeld inademing van koolstofdeeltjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar mondt de ductus alveolaris in uit?

A

In de saccus alveolaris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly