Week 1 29 aug Flashcards

1
Q

Wat is de definitie van kanker?

A

Abnormale celgroei buiten de anatomische grenzen, die de mogelijkheid heeft om uit te zaaien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de top 3 doodsoorzaken in Nederland?

A
  1. Kanker
  2. Hart- en vaatziekten
  3. Psychische stoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het life-time risico in Nederland voor kanker?

A

1:3 mensen zal te maken krijgen met kanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt incidentie in?

A

Het aantal nieuwe gevallen per jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt prevalentie in?

A

Hoeveel mensen hebben op een bepaalt moment de ziekte?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt etiologie in?

A

Wat is de oorzaak van de ziekte (pathogenese en pathofysiologie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt een predictieve factor biomarker in?

A

Dit betekent dat er via een receptoren een goede behandeling ingezet kan worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kan zowel arts als onderzoeker zijn een belangenconflict opleveren?

A

Als arts staat het individu centraal, terwijl als onderzoeker de het individu wordt gebruik om een populatie in kaart te brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een empirische traditie?

A

Het ontstaan van het doen van proefjes bij bijvoorbeeld dieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is variolatie en wanneer ontstond dit?

A

Bijvoorbeeld een beetje pus onder de huid doen, als een soort “vaccinatie”. Dit ontstond in de 18e eeuw.
Eerst werden gevangenen gebruikt om dit te testen voordat het op bijvoorbeeld de prins en prinses werd gedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom gingen we vanaf de 19e eeuw steeds meer risico’s nemen?

A

Er werd steeds meer gekeken naar wat het effect is op populatie-niveau ipv naar het individu.
Bijvoorbeeld anesthesie, 1/500 werd niet meer wakker, maar daardoor konden er wel steeds meer mensen geholpen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vanaf wanneer werden er ethische eisen gesteld aan medisch onderzoek?

A

Vanaf de jaren 60/70

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het ethische dilemma in de medische onderzoekswereld?

A

Aan de ene kant wil je vooruitgang, maar je wilt mensen niet/zo min mogelijk schaden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de WHO-performance status?

A

Een schaal waarbij wordt ingeschat hoe goed iemands conditie is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vanaf wanneer wordt er een behandeling ingestart bij een performance score?

A

Vanaf 60/70 heeft het nut om de behandeling toe te dienen. Het belangrijkste is dat er winst te behalen valt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe wordt in Nederland beoordeelt of een oncologisch middel effect heeft?

A

In Nederland is de commissie BOM (beoordeling oncologische middelen) verantwoordelijk voor de inschatting voor het inschatten of de winst die een medicijn oplevert, opweegt tegen de kosten die het met zich meebrengt.
In het algemeen is de BOM strenger dan de Europese instantie (ESMO)

17
Q

Wanneer een middel goedgekeurd is door de BOM, wat gebeurt er dan?

A

Na de BOM wordt er door de overheid gekeken naar of het geld er is om dit middel op de markt te brengen in Nederland. Hierbij wordt alleen gekeken naar de kosten, niet naar de medische winsten (wat de BOM dus ook doet).

18
Q

Wat gebeurt er wanneer een middel niet betaalbaar is (> 50.000 euro per jaar of >20 miljoen per jaar)?

A

Dan komt het middel in de sluis, de overheid gaat dan in overleg met de fabrikanten waar dan een soms 50-70% vanaf kan gaan.