Zo- Histologie bloedcellen- week 7 Flashcards

1
Q

waar zijn de meeste leukocyten aanwezig (in welk weefsel)

A

bindweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn erytrocyten

A

rode bloedcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat voor vorm hebben erytrocyten

A

biconcave vorm; platte, kernloze schijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke cel heeft geen granula

A

lymfocyt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat kan de oorzaak zijn van verhoogd aantal neutrofiele granulocyten

A

bacteriele infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn trombocyten

A

bloedplaatjes: cyptoplasma-afsplitsingen van megakaryocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke cellen worden als enige niet in het beenmerg geproduceerd

A

T-lymfocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is bijzonder aan stamcellen?

A
  • vermogen tot zelfvernieuwing

- lage proliferactieve activiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly