HC - week 9 Flashcards
wat zijn de hoofdfuncties van het spijsverteringskanaal?
- motoriek
- secretie
- digestie
- resorptie
- productie faeces
uit welke lagen bestaat de darmwand?
- mucosa
- submucosa
- muscularis externa
- serosa
uit welke lagen bestaat mucosa darmwand?
- epitheellaag
- lamina propria
- lamina muscularis mucosae
welke cellen zijn aanwezig in epitheellaag darmvlok?
- epitheelcellen
- slijmbekercellen
- stamcellen
waar zit de plexus myentericus?
tussen longitudinale en circulaire spierlaag in
waar zit Meissner’s plexus
plexus submucosus; tussen circulaire spierlaag en muscularis mucosae
waar zit Auerbach’s plexus
plexus myentericis; tussen longitudinale en circulaire spierlaag
welke cellen komen voor in dikke darm?
- slijmbekercel
- stamcel
- endocriene cel
- cellen belangrijk voor opname voedsel
waaraan bindt Ca in gladde spiercel?
calmoduline
in dwarsgestreepte spiercel: troponine
wat zijn varicositeiten?
zenuweindigingen (axonale verdikking) op gladde spiercellen
welke manieren van axon naar gladde spiercel zijn er?
- multiunit
- unitary
welke kanalen zorgen voor slow waves in gladde spiercellen?
- Ca kanalen
- Ca afhankelijke Cl kanalen
hoe wordt plexus myentericus aangestuurd?
- via n. X
- vanuit sacrale ruggemerg
wat is peristaltiek?
knijpende beweging van een buisvormig orgaan die ervoor zorgt dat de inhoud ervan vooruitkomt
door welke zenuw vindt coordinatie peristaltiek oesophagus grotendeels plaats?
n. X (vagus)
hoe zijn bij peristaltiek de kringspieren voor en na de bolus?
voor: contractie
na: relaxatie
welke zenuw zorgt voor ontspannen onderste sluitspier oesophagus?
n. X
wat is er aan de hand bij achalasie?
onderste slokdarmsluitspier kan niet ontspannen door verstoorde remmende innervatie; uitrekking oesophagus