Zinsbouw Flashcards
Welke woordgebruik,zinsbouw,beschrijving en lezerpubliek hoort bij WABLIEFT?
-woordgebruik: eenvoudige woorden(huis)
-zinsbouw: enkelvoudige zinnen
-beschrijving: beknopt omschreven
-lezerspubliek: jongeren, volwassenen
Welke woordgebruik,zinsbouw,beschrijving en lezerpubliek hoort bij DE STANDAARD?
-woordgebruik: gevarieerde,rijke woordenschat(woonst)
-zinsbouw: enkelvoudige- en samengestelde zinnen
-beschrijving gebeurtenis: uitgebreid, gedetailleerd
-lezerspubliek: jongeren, volwassenen
nevenschikking
2 zinnen die op zichzelf kunnen bestaan
onderschikking
zinnen kunnen niet op zichzelf bestaan
de BZ wordt ingeleid door een voegwoord of een betrekkelijk vnw(die,dat)
Hoe herken je een ond of nevenschikking?
- voegwoorden: en of maar want = nevenschikking
- Bij nevenschikking staan ond en pv naast elkaar in beide zinnen, bij onderschikking enkel in de HZ
3.Bij nevenschikking kan je 2 aparte vrageb maken/ zinnen kunnen opzich bestaan.
!! 3PVS -> samengesteld( 2 neven en 1ond)
tangconstructie
Afstand tussen zinsdelen
- Delen van scheidbasr samengesteld ww uitelkaar
- hulpww en hoofdww staan uitelkaar
- ond en pv staan uitelkaar
4.lidwoord en zelfst naamwoord uitelkaar