zinnen prépositions 2.1 Flashcards

1
Q

1 Aan welke ziekte lijdt hij?

A

De quelle maladie souffre-t-il

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

2 Wat is er mooier dan de liefde.

A

Qu’est-ce qu’il y a de plus beau que l’amour ?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3 Dat is iets goed.

A

C’est qqch de bien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

4 Ik heb niets anders gedaan.

A

Je n’ai rien fait d’autre

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

5 Je zult met de politie te doen krijgen..

A

tu auras affaire à la police

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

6 Ga niet achter mij zitten.

A

Ne vous asseyez pas derrière moi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

8 Naar welke muziek luister je graag? !!

A

Quelle musique aimes-tu écouter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

9 Waarvan is dat meubel gemaakt?

A

En quoi est-ce que ce meuble est fait ?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

7 Je moeit je te veel met andermans zaken.

A

Vous vous mêlez trop des affaires des autres

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

10 Houd steeds rekening met de gevoelens van het slachtoffer.

A

Tenez toujours compte des sentiments de la victime

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

11 Klaagt de patiënte nog steeds van hoofdpijn?

A

Est-ce que la patiente se plaint de mal de tête ?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

12 De dokter verontschuldigt zich voor de vertraging.

A

Le médecin s’excuse du retard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

13 Morgen vertrekt hij naar Canada voor een congres over medische beeldvorming.

A

demain Il partira pour le Canada pour un congrès sur l’imagerie médicale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

14 Het is noodzakelijk dat u uw huisarts volledig vertrouwt.

A

Il est indispensable que vous vous fiiez complètement à votre médecin de famille

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

15 Ik maak mij ongerust over zijn vreemd gedrag van de laatste tijd.

A

Je m’enquiète de son comportement bizarre de ces derniers temps

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

16 Dokter, we moeten dringend de nieuwe bestelling plaatsen anders zullen we volgende week ontsmettingsproduct te kort hebben.

A

Docteur, il faut passer d’urgence la nouvelle commande sinon nous manquerons de désinfectant la semaine prochaine

17
Q

17 Zijn ongezonde levenswijze heeft zijn gezondheid veel schade berokkend.

A

Son mode de vie malsain a beaucoup nui à sa santé

18
Q

18 De medisch secretaresse wordt geacht zich bezig te houden met het beheer van het
archief.

A

La secrétaire médicale est censée s’occuper de la gestion des archives

19
Q

19 We vermoeden dat hij last heeft van een tekort aan bepaalde mineralen.

A

Nous supposons qu’il souffre d’un manque de certains minéreaux.

20
Q

20 U kan tijdelijk over een vervangtoestel beschikken.

A

Vous pouvez disposer temporairement d’un appareil de remplacement..

21
Q

21 Bedek de wonde zo snel mogelijk met een steriel verband!

A

Couvrez la plaie le plus vite possible d’un pensement stérile.

22
Q

22 De behandeling bestaat uit een combinatie van medicatie en kinesitherapie.

A

Le traitement consiste dans une combinaison de médicaments et de kinésithérapie

23
Q

23 Laten we beginnen met uw bloeddruk te meten.

A

Commençons par mesurer votre tension artérielle

24
Q

24 Mijn secretaresse zal de opvolging van het dossier op zich nemen.

A

Ma secrétaire se chargera du suivi du dossier

25
25 We hadden ons niet aan deze complicaties verwacht.
Nous ne nous étions pas attendus à ces complications
26
26 Indien u wenst, mag u de operatie bijwonen.
Si vous le désirez. , vous pouvez assister à l’opération.
27
27 Maak geen misbruik van deze pijnstillers!
N’abusez pas de ces antalgiques.
28
28 Zet u een beetje dichter bij de lamp.
Approchez-vous un peu de la lampe
29
29 U zal moeten afzien van (=opgeven, stopzetten) zware inspanningen.
Il vous faudra renoncer aux efforts lourds.
30
30 Houd rekening met mogelijke nevenwerkingen!
Tenez compte des effets secondaires éventuels
31
31 Wie past er op de baby tijdens het onderzoek?
Qui Veillera sur le bébé pendant l’examen
32
32 De assistent van wacht kan niet de hele nacht bij de zieke waken.
L’assistant de garde ne peut pas veiller le malade toute la nuit
33
33 Een voorbehoedsmiddel behoedt u voor een ongewenste zwangerschap.
Un contraceptif vous préserve d’une grossesse non souhaitée / non voulue
34
34 De buitenlandse stages vallen in de smaak bij de studenten.
Les stages à l’étranger plaisent aux étudiants
35
35 U kan het actieve bestanddeel van dit geneesmiddel vergelijken met cafeïne.
Vous pouvez comparer le principe actif de ce médicament avec la caféine