indicatif zinnen Flashcards
1
Q
ik geloof dat
A
je crois que
2
Q
ik vermoed
A
je me doute
3
Q
ik vind
A
j’estime
4
Q
ik denk
A
je pense
5
Q
ik veronderstel
A
je suppose
6
Q
ik heb de indruk dat
A
j’ai l’impression que
7
Q
het lijkt me
A
il me semble
8
Q
ik ben van mening
A
je suis d’avis
9
Q
ik stel me voor
A
je m’imagine
10
Q
ik stel vast dat
A
je constate que
11
Q
ik hoor
A
j’entends
12
Q
ik voel
A
je sens
13
Q
ik zie
A
je vois
14
Q
ik besef
A
je me rends compte que
15
Q
ik herinner me
A
je me rappelle
16
Q
ik bevestig dat
A
j’affirme que
17
Q
ik verzeker
A
j’assure
18
Q
ik beken
A
j’avoue
19
Q
ik verklaar
A
je déclare