subjonctif zinnen 2 emotie Flashcards
1
Q
ik ben blij dat
A
je suis contente que
2
Q
ik ben opgetogen
A
je suis enchanté
3
Q
ik ben blij
A
je suis heureux
4
Q
ik ben dolblij
A
je suis ravi
5
Q
ik verheug me erover dat
A
je me réjouis que
6
Q
wat een geluk
A
quelle chance
quel bonheur
7
Q
ik vind het erg jammer dat
A
je suis fâché que
8
Q
ik vind het jammer
A
je suis malheureux
9
Q
ik ben ontevreden
A
je suis mécontent
10
Q
wat een pech dat
A
quelle malchance que
11
Q
wat een tegenslag
A
quel malheur
12
Q
ik verbaas me erover dat
A
je suis étonné que
13
Q
ik ben verbaast/verrast
A
je suis surpris
14
Q
het verbaast me dat
A
je m’étonne que
15
Q
het is vreemd dat
A
il est bizarre que