zelfstandige naamwoorden Flashcards
1
Q
combinatie
A
het samengaan
2
Q
gegevens
A
feiten
2
Q
maatregel
A
ingreeo
2
Q
formaat
A
grootte
3
Q
onderscheid
A
verschil
3
Q
opvatting
A
mening
4
Q
positie
A
plaats
4
Q
resultaat
A
teken
5
Q
symbool
A
teken
6
Q
uitzondering
A
wat normaal niet mag, iets anders dan gewoonlijk
7
Q
type
A
soort
7
Q
verschijnsel
A
iets wat je gebeurt
8
Q
verhouding
A
onderlinge relatie
9
Q
voorkeur
A
wat je liever wilt dan iets anders
9
Q
voorstel
A
plan