afkortingen Flashcards
1
Q
blz.
A
bladzijde
2
Q
ca.
A
circa
3
Q
i.t.t.
A
in tegenstelling tot
3
Q
d.m.v.
A
door middel van
4
Q
i.v.m.
A
in verband met
5
Q
m.b.v.
A
met behulp van
5
Q
m.a.w.
A
met andere woorden
5
Q
o.a.
A
onder andere
6
Q
z.s.m.
A
zo spoedig mogelijk
7
Q
zgn.
A
zogenaamd