ww vervoegen toets 2 Flashcards
1
Q
wachten
A
attendre
2
Q
horen
A
entendre
3
Q
teruggeven
A
rendre
4
Q
iemand bezoeken
A
rendre visite a quelqu’un
5
Q
verliezen
A
perdre
6
Q
antwoorden
A
répondre
7
Q
uitstappen, naar beneden gaan
A
descendre
8
Q
nemen
A
prendre
9
Q
begrijpen
A
comprendre
10
Q
leren
A
appendre
11
Q
kledij aantrekken, plaatsen, zetten, leggen
A
mettre
12
Q
beloven
A
promettre
13
Q
toestaan
A
permettre