Woordenschat Hoofdstuk 2 Flashcards

1
Q

Woorden strategieën

A

Zoek een synoniem
Zoek een omschrijving of definitie =
Omschrijving: een onbekend woord in een tekst met een beschrijving erbij
Definitie: een nauwkeurige omschrijving van een woord of begrip

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aanfluiting

A

Afgang, iets wat schandalig slecht is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Adembenemend

A

Heel boeiend, mooi of spannend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Affiche

A

Aanplakbiljet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Afgunst

A

Jaloezie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Amusant

A

Vermakelijk, grappig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Animo

A

Zin om aan iets deel te nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Applaudisseren

A

In de handen klappen ter goedkeuring of uit bewondering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Artistiek

A

Creatief, kunstzinnig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Attractief

A

Aantrekkelijk, mooi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Auditie

A

Niet-openbaar optreden, als proef

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Legendarische

A

Zo beroemd dat er nog steeds over gesproken wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Toenmalige

A

In die tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Doubleerde

A

Bleef zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Debuut

A

Eerste optreden voor groot publiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Journalisten

A

Verslaggevers

17
Q

Voormalige

A

Vroegere

18
Q

Capaciteiten

A

Bekwaamheden

19
Q

Behendig

A

Handig

20
Q

Markante

A

Opmerkelijk

21
Q

Quotes

A

Uitspraken

22
Q

De gedoodverfde winnaar

A

De favoriet

23
Q

Goede wijn behoeft geen krans

A

Goede waar (of persoon) hoef je niet aan te prijzen

24
Q

De kroon spannen

A

Alles overtreffen

25
Q

Een nieuwe ster aan het firmament

A

Iemand die plotseling veel succes heeft

26
Q

Onbekend maakt onbemind

A

Iets wat je niet kent, waardeer je niet

27
Q

De puntjes op de i zetten

A

Iets helemaal ‘af’ maken; de laatste foutjes verbeteren

28
Q

De/het spits afbijten

A

Als eerste ergens aan beginnen

29
Q

De ster van het veld zijn

A

De beste speler zijn

30
Q

De sterren van de hemel spelen

A

Voortreffelijk presteren

31
Q

Iets voor het voetlicht brengen

A

De openbare aandacht op iets vestigen