Leesvaardigheid Hoofdstuk 1-2-3-4-5-6 Flashcards
Wat is het onderwerp
Waar iets over gaat
Wat is oriënterend lezen?
Je kijkt naar het plaatje, titel, tussenkopjes, opvallende teksten en je lees de 1e alinea
Hoe vind je het onderwerp in de tekst?
bekijk de tekst, titel, illustraties, vet gedrukte woorden en leest de eerste alinea (soms dik gedrukt)
Stel jezelf de vraag ‘waarover gaat de tekst?’
Wat is een alinea?
Behandelt een apart stuk van het onderwerp van de tekst
Wat zijn deelonderwerpen?
1 of meerdere alinea’s die gaan over een aspect van het onderwerp
Waar bestaat een tekst meestal in?
inleiding, kern (middenstuk), slot
Meestal bij een informatieve teksten zoals in naslag werken en op internet ontbreekt de inleiding en het slot
Wat is globaal lezen?
Van alle alinea’s lees je de 1e en de laatste zin
Wat is zoekend lezen?
Antw zoeken op je vragen, je let vooral op opvallende teksten of woorden
anekdote
Een grappig verhaaltje in de inleiding
inleiding
schrijven vertelt waar de tekst over gaat
Kern
De schrijver vertelt over het onderwerp, de kern is verdeeld in verschillende aspecten
(Kern heeft meerdere alinea’s)
Slot
Afsluiting van een tekst (heeft vaak een korte samenvatting)
Kernzin (de belangrijkste zin in een alinea)
Staat meestal aan het begin of eind van de alinea
Wat is een hoofdgedachte?
Een tekst in één volledige zin is samengevat
Wat is precies lezen?
Je lees de hele tekst nauwkeurig van begin tot eind