Woordenschat D.C. Syllabus 2 Flashcards

1
Q

het goederenrecht

A

le droit des biens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

voorwerpen

A

les choses

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

goederen

A

les biens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

goederen zonder eigenaar

A

des biens sans maître

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

gemene voorwerpen

A

les choses communes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het lichamelijk goed

A

bien corporel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Het onlichamelijk goed

A

bien incorporel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de algemeenheid

A

l’universalité

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

vervangbare goederen

A

les biens fongibles

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

onvervangbare goederen

A

les biens non fongibles

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verbruikbare goederen

A

les biens consomptibles

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de soortgoederen

A

les choses de genre

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de bepaalde goederen

A

les choses certaines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

het bezit

A

la possession

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de detentie

A

la détention

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

goederen in de handel

A

les biens dans le commerce

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

goederen buiten de handel

A

les biens hors commerce

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

roerende goederen

A

les biens meubles

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

onroerende goederen

A

les biens immeubles

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

onroerende publiciteit

A

publicité foncière

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

De overschrijving

A

la transcription

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Algemene
Administratie van de Patrimoniumdocumentatie

A

l’Administration générale de la Documentation patrimoniale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

het vermogen

A

le patrimoine

23
Q

Het volgrecht

A

droit de suite

23
Q

Het zakelijk recht

A

droit réel

24
Q

de zakelijke
gebruiksrechten

A

droits réels d’usage

25
Q

de zakelijke zekerheden

A

suretés réelles

26
Q

het deugdelijk bezit

A

possession utile

27
Q

voortdurend, openbaar, ongestoord en ondubbelzinnig bezit

A

possession continue, publique, non perturbée et non équivoque

28
Q

de goede trouw

A

la bonne foi

29
Q

de kwade trouw

A

la mauvaise foi

30
Q

het eigendomsrecht

A

le droit de propriété

31
Q

De beschikkingsbevoegdheid

A

le droit de disposition

32
Q

Het gebruiksrecht

A

droit de jouissance

33
Q

vruchten

A

les fruits

34
Q

opbrengsten

A

les produits

35
Q

het rechtsmisbruik

A

l’abus de droit

36
Q

de burenhinder

A

troubles de voisinage

37
Q

oorspronkelijke eigendomsverkrijging

A

Le mode originaire d’acquisition de propriété

38
Q

de vinder

A

le trouveur

39
Q

de verwerking

A

la transformation

40
Q

de natrekking

A

l’accession

41
Q

de verkrijgende verjaring

A

La prescription acquisitive

42
Q

de bevrijdende verjaring

A

La prescription extinctive

43
Q

toevallige mede-eigendom

A

la copropriété fortuite

44
Q

mede-eigenaar

A

copropriétaire

45
Q

de verdeling

A

le partage

46
Q

vrijwillige mede-eigendom

A

copropriété volontaire

47
Q

gedwongen mede-eigendom

A

copropriété forcée

48
Q

het vruchtgebruik

A

l’usufruit

49
Q

de blote eigendom

A

nue-propriété

50
Q

Samenloop tussen schuldeisers

A

La situation de concours entre créanciers

51
Q

De erfdienstbaarheid

A

La servitude

52
Q

Het recht van vruchtgebruik

A

Le droit d’usufruit

53
Q

De erfpacht

A

Le droit d’emphytéose

54
Q

De opstal

A

Le droit de superficie