Woordenlijst Een ballonnetje oplaten Flashcards

1
Q

Geef de definitie van de beaufort-schaal

A

schaal die gebruikt wordt om de windkracht aan te geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef de definitie van de berg

A

reliëfvorm waarvan de horizonlijn niet recht is en de hoogteverschillen groter zijn dan 500 meter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef de definitie van de breedtelijn

A

Denkbeeldige lijn die van oost naar west over de aarbol loopt. Ze is evenwijdig aan de evenaar en wordt ook parallel genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef de definitie van continent

A

Groot aaneengesloten stuk aardkorst.Er zijn vijf continenten: Eurazië, Afrika, Amerika, Antartica en Australië.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef de definitie van de evenaar

A

Breedtelijn die de aarde in een noordelijk en zuidelijk halfrond verdeelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef de definitie van de gps

A

global positioning system

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef de definitie van de helling

A

overgang tussen een hoger en een lager deel in het landschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef de definitie van de heuvel (het heuvel-land)

A

Reliëfvorm waarvan de horizonlijn niet recht is en de hoogteverschillen kleiner zijn dan 500 meter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef de definitie van de hoogte

A

De hoogte van een punt in het landschap kun je te weten komen met behulp van een kaart of een gps.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef de definitie van de hoogtelijn

A

Lijn die plaatsen met dezelfde hoogte verbindt op een kaart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geef de definitie van het hoogte-verschil

A

verschil in hoogte tussen twee punten in het landschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geef de definitie van de horizonlijn

A
  1. Lijn waar de aarde en lucht elkaar schijnbaar raken.
  2. Je kunt de horizonlijn niet waarnemen op een kaart, enkel in het landschap (horizontaal perspectief).
  3. Om de horizonlijn aan te duiden, moet je alle bomen en gebouwen wegdenken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geef de definitie van de isobaar

A

Lijn die punten met dezelfde luchtdruk met elkaar verbindt iso betekent gelijk en bar wijst op de luchtdruk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Geef de definitie van de isotherm

A

Lijn die punten met dezelfde temperatuur met elkaar verbindt Iso betekent gelijk en therm wijst op de temperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geef de definitie van het het landschaps-element

A

element dat je kunt waarnemen in het landschap bv stadhuis, boom, marktplein, struik…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geef de definitie van de lengtelijn

A

denkbeeldige lijn die van noord naar zuid loopt over de aarbol Ze staat loodrecht op de evenaar en wordt ook meridiaan of middaglijn genoemd

17
Q

Geef de definitie van de nulmeridiaan

A

De lengtelijn die door Greenwich loopt en de aarde in een oostelijk en westelijk halfrond verdeelt

18
Q

Geef de definitie van het plateau

A

Reliëfvorm waarbij de horizonlijn recht is en er schuine hellingen zijn door de insnijding van een rivier in het landschap.

19
Q

Geef de definitie van de reliëfvorm

A

Om een reliefvorm te bepalen maken we gebruik van de drie H’s die we in het landschap kunnen zien:
1. horizon
2. helling
3. hoogteverschil.

We onderscheiden vier reliëfvormen:
1. vlakte
2. plateau
3. heuvel/ heuvelland
4. berg/gebergte.

20
Q

Geef de definitie van de temperatuurcurve

A

Curve die de temperatuurwaarden van een bepaalde periode met elkaar verbindt

21
Q

Geef de definitie van de topografische kaart

A

Kaart die een deel van het aardoppervlak weergeeft:
* met symbolen
* in de legende worden natuurlijke en menselijke elementen verklaard zoals
* hoogteligging
* waterlopen
* wegennet
* bebouwing
* verschillende soorten grenzen.

22
Q

Geef de definitie van de vlakte

A

reliëfvorm waarbij de horizonlijn recht is en er geen schuine hellingen zijn in het landschap

23
Q

Geef de definitie van het weerelement

A

Neerslag, temperatuur, bewolkingsgraad, luchtvochtigheid, luchtdruk, windsnelheid, windkracht, windrichting en zonneschijnduur noemen we de weerelementen. Al die elementen kun je meten met een toestel.

24
Q

Geef de definitie van het werelddeel

A

Deel van de wereld met eilanden bij. Er zijn zeven werelddelen: Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Afrika, Europa, Azië, Oceanië en Antarctica.