Aardrijkskunde Woordenlijst Thema 3: Eten wat de pot schaft Flashcards
De agrarische sector
sector van landbouw en veeteelt
De akker
grond die bewerkt wordt door de landbouwer
De bodem
bovenste deel van de aardkorst, belangrijk voor de plantengroei
De breedte-ligging
afstand van een plaats tot de evenaar, uitgedrukt in graden
De citrus-vruchten
vruchten zoals sinaasappel, mandarijnen, citroen
De doorlatendheid
hoe snel water doorsijpelt
De droge maand
N ≤ 2 x Tm
De gematigde maand
Tm tussen 10° en 18°
De hardbladige vegetatie
vegetatie met lage bomen, struiken en kruiden die harde, lederachtige bladeren hebben
Het klimaat
gemiddelde temperatuur en neerslag over een periode van dertig jaar
Het klimatogram
neerslagdiagram en temperatuurcurve die samen in een afbeelding worden weergegeven
De koude maand
Tm < 10°
De natte maand
N > 2 x Tm
Het pluimvee
dieren zoals kippen, kalkoenen, ganzen, eenden…
De savanne
vegetatie uit de tropische en droge klimaatzone, met weinig of geen bomen
De silo
opslagplaats voor veevoeder
De steppe
vegetatie uit de gematigde en droge klimaatzone, zonder bomen, met enkel grassen
De taiga
vegetatie met enkel naaldbomen
Telen
planten of dieren voortbrengen op akkers, weiden of in stallen
De toendra
vegetatie zonder bomen, met grassen en mossen
Het tropisch regenwoud
weelderige plantengroei met reusachtige bomen, soortenrijk en ondoordringbaar
De vegetatie
natuurlijke plantengroei
De warme maand
Tm > 18°
De weide
grasland
De woestijn
gebied zonder plantengroei, door gebrek aan neerslag kan er niets groeien
Het zomergroen loofwoud
vegetatie met loofbomen, die in de winter geen bladeren hebben
De woudreuzen
heel hoge bomen