Aardrijkskunde Woordenlijst Thema 3: Eten wat de pot schaft Flashcards

1
Q

De agrarische sector

A

sector van landbouw en veeteelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De akker

A

grond die bewerkt wordt door de landbouwer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De bodem

A

bovenste deel van de aardkorst, belangrijk voor de plantengroei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De breedte-ligging

A

afstand van een plaats tot de evenaar, uitgedrukt in graden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De citrus-vruchten

A

vruchten zoals sinaasappel, mandarijnen, citroen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De doorlatendheid

A

hoe snel water doorsijpelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De droge maand

A

N ≤ 2 x Tm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De gematigde maand

A

Tm tussen 10° en 18°

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De hardbladige vegetatie

A

vegetatie met lage bomen, struiken en kruiden die harde, lederachtige bladeren hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Het klimaat

A

gemiddelde temperatuur en neerslag over een periode van dertig jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Het klimatogram

A

neerslagdiagram en temperatuurcurve die samen in een afbeelding worden weergegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De koude maand

A

Tm < 10°

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De natte maand

A

N > 2 x Tm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Het pluimvee

A

dieren zoals kippen, kalkoenen, ganzen, eenden…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De savanne

A

vegetatie uit de tropische en droge klimaatzone, met weinig of geen bomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De silo

A

opslagplaats voor veevoeder

14
Q

De steppe

A

vegetatie uit de gematigde en droge klimaatzone, zonder bomen, met enkel grassen

15
Q

De taiga

A

vegetatie met enkel naaldbomen

16
Q

Telen

A

planten of dieren voortbrengen op akkers, weiden of in stallen

17
Q

De toendra

A

vegetatie zonder bomen, met grassen en mossen

18
Q

Het tropisch regenwoud

A

weelderige plantengroei met reusachtige bomen, soortenrijk en ondoordringbaar

19
Q

De vegetatie

A

natuurlijke plantengroei

20
Q

De warme maand

A

Tm > 18°

21
Q

De weide

A

grasland

22
Q

De woestijn

A

gebied zonder plantengroei, door gebrek aan neerslag kan er niets groeien

23
Q

Het zomergroen loofwoud

A

vegetatie met loofbomen, die in de winter geen bladeren hebben

24
Q

De woudreuzen

A

heel hoge bomen