Woordenlijst B Flashcards
1
Q
Nu
A
Jetzt
2
Q
hoe ver
A
wie weit
3
Q
nodig hebben, ik heb nodig
A
brauchen, ich brauche
4
Q
hoe lang
A
wie lange
5
Q
Aankomen, arrivieren, ik kom aan
A
ankommen, ich komme an
6
Q
instappen, ik stap in
A
einsteigen, ich steige in
7
Q
overstappen, ik stap over
A
umsteigen, ich steige um
8
Q
in de buurt van
A
in der Nahe van
9
Q
Het station
A
Der bannhof