Woordenlijst § 4 Schooltaal Flashcards
Activern
Aansporen tot handelen
Afzoderlijk
Apart van elkaar
Algemeen
Veel overkomend
De alinea
Aantal zinnen in een tekst die over het zelf ding gaan
Bearargumentern
Aangeven waarom om je iets vind
Beschikbaar
Aanwezig om te gebruiken als het nodig is
Met beterkking tot
Over
Betrouwbaar
Iets of iemand die je kunt vertrouwen
Bewijzen
Aantonen dat iets juist of onjuist is
Bezwaar hebben
Er iets tegen hebben
Blijken
Duidelijk worden
Concreet
Verijzend naar iets wat je kunt aanwijzen of vastpakken
De context
de omgeveing van een wordlf zin
Het doel
Iets wat je probeert te bereken
Evalueren
Beooedelen
Geregeld
Vaak
Het hoofdstuk
Deel van een boek
Immers
Namelijk
De kanttekenning
kritiche opmerking
Het middel
Iets wat je kunt gebruiken om een doel the bereiken
Noteren
Opschrijven
Do ontkenning
Woord en waarmee je zegt dat iets niet zo is
De paragraaf
Onderdeel van een hoofdstuk
Raadplegen
Advies vragen
Selecteren
Kiezen
Toelicht
Uitleggen
Uitgebreid
Groot
Het vocabulaiee
De woordenschat
Zich concentreren
De aandacht op één punt richten
Door de bomen heen het bos niet meer zien
Te veel op bijzonderheden letten waardoor je het grote geheel niet meer ziet
Van de hoed en de rand weten
Goed op the hoogte zijn
Bij de les blijven
Goed opletten
Hij heeft zijn lesje wel geleerd
Die fout maakt hij niet nog een keer
Iemand the les lezen
Iemam destraffend toespreken
Uit the school klappen
Iets vertellen wat je eigenlik geheim moet houden