Woordenlijst § 2 Journaal Flashcards

1
Q

Wat is de actualiteit?

A

Het nieuws van de dag; gebeurtenis die in het nieuws is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een autocue?

A

Beeldscherm waarvan iemand de tekst voorleest terwijl hij in de camera kijkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een autoped?

A

De step; het plankje op twee wielen met een stuur, dat je met je voet voortduwt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een budget?

A

Overzicht van inkomsten en uitgaven; het bedrag dat je te besteden hebt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een bulletin?

A

Korte officiële bekendmaking; het korte nieuwsbericht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wie is een commentator?

A

Iemand die verslag geeft bij een radio- of tv-registratie (opname).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een correspondent?

A

Iemand die berichten uit een andere plaats of een ander land zendt aan de omroep waarvoor hij werkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat betekent daadwerkelijk?

A

Echt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een demonstratie?

A

Vertoning van een (nieuw) toestel/apparaat in werking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wie is de eindredacteur?

A

Iemand die verantwoordelijk is voor het eindresultaat van de nieuwsuitzending.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een experiment?

A

De proef; de test.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat betekent exploitatie?

A

Winstgevend gebruik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een flip-over?

A

Standaard met vellen papier erop die je kunt omslaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wie is een gebarentolk?

A

Iemand die gesproken taal omzet in gebarentaal en andersom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat betekent gehuisvest?

A

Zijn gevestigd zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat betekent gepaard gaan met?

A

Samengaan met; vergezeld gaan van.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is het interieur?

A

De (woning)inrichting.

18
Q

Wat is een interview?

A

Het vraaggesprek.

19
Q

Wie is een journalist?

A

Iemand die (vaak) op locatie nieuwsfeiten verzamelt en onderzoekt en daarover nieuwsberichten maakt.

20
Q

Wat is kwantiteit?

A

De hoeveelheid.

21
Q

Wat is montage?

A

Samenvoeging van (beeld)materiaal.

22
Q

Wat is een nieuwsarchief?

A

Bewaarplaats van nieuwsberichten.

23
Q

Wat is een nieuwsitem?

A

Onderwerp dat wordt behandeld in een nieuwsprogramma.

24
Q

Wie is de nieuwslezer?

A

De presentator van het nieuws.

25
Q

Wie is een nieuwsredacteur?

A

Iemand die op het redactiekantoor nieuwsfeiten verzamelt en erover schrijft.

26
Q

Wat is een reportage?

A

Het verslag van gebeurtenissen.

27
Q

Wie is een technicus?

A

Iemand die deskundig is op het gebied van beeld, licht en geluid.

28
Q

Wat is een schrijftolk?

A

Iemand die gesproken tekst omzet in schriftelijke tekst.

29
Q

Wat is spektakel?

A

Verbazingwekkende vertoning.

30
Q

Wat is een staking?

A

Werkonderbreking uit protest.

31
Q

Wat is een vedette?

A

De beroemdheid.

32
Q

Wat is een voice-over?

A

Iemand die in een film of reclamespot buiten beeld commentaar geeft.

33
Q

Wat betekent voornamelijk?

A

Hoofdzakelijk; vooral.

34
Q

Wie is de weerman?

A

De presentator van de weersverwachting.

35
Q

Wat betekent ‘achter de schermen’?

A

Niet openlijk; niet voor het publiek zichtbaar.

36
Q

Wat betekent ‘het hemd van het lijf vragen’?

A

Uithoren; onbescheiden vragen stellen.

37
Q

Wat betekent ‘in beeld zijn’?

A

Voor kans maken op; (bijna) uitgekozen zijn om.

38
Q

Wat betekent ‘in petto hebben’?

A

Voorbereid hebben; in voorraad houden.

39
Q

Wat betekent ‘om een boodschap sturen’?

A

Een opdracht laten uitvoeren.

40
Q

Wat betekent ‘onder de pet houden’?

A

Niet bekend maken; niet in de publiciteit brengen.