Woordenkraker Deel 5 Definitie -> Begrip Flashcards

1
Q

Een comité, een groep

A

De commissie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Een levenbeschrijving

A

De biografie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Een patroon
Een reden, de drijfveer

A

Het motief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De schittering, de glans

A

De luister

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Een boek met tekst voor een toneelstuk, een film…

A

Het script

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De kwaal, de ziekte

A

De aandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ongeïnteresseerd, koel

A

Onverschillig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Erfelijk

A

Genetisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kwaad, beledigd

A

Verontwaardigd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Exclusief, bevoorrecht, uit de hoogte

A

Elitair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kunstzinnig, creatief

A

Artistiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ongeveer

A

Ca.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Uitleggen, toelichten

A

Duiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Aanhouden, arresteren

A

Klissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Afnemen, stil worden

A

Verstommen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Zich eensgezind opstellen

A

De gelederen sluiten

17
Q

Niet weten wat te doen, er niets over weten

A

In het duister tasten

18
Q

Een functie uitoefenen

A

Een functie bekleden

19
Q

Volgens wat er gezegd wordt

A

Naar verluidt

20
Q

Hard schrikken

A

Zich een hoedje schrikken

21
Q

Het is al eens eerder gezegd geweest

A

Er is niks nieuws onder de zon

22
Q

Uiterste datum

A

Deadline

23
Q

Nieuwslezer

A

Nieuwsanker

24
Q

Hoogstaande krant met veel diepgang

A

Kwaliteitskrant

25
Q

Periode met weinig nieuws

A

Komkommertijd

26
Q

Toestel waarop de tekst verschijnt die wordt voorgelezen door het nieuwsanker

A

Autocue

27
Q

Recht voor journalisten om allerhande nieuws te rapporten

A

Persvrijheid

28
Q

Onderdeel in een krant of tijdschrift

A

Rubriek

29
Q

Letterlijk aanhalen van de woorden die iemand heeft uitgesproken

A

Citaat

30
Q

Scherp, oordelend, keurend

A

Kritisch

31
Q

Streekgebonden

A

Regionaal

32
Q

Bekwaam, vakkundig

A

Professioneel

33
Q

Patijdig, bevooroordeeld

A

Gekleurd

34
Q

Melden, verslag uitbrengen

A

Rapporteren

35
Q

Checken, controleren

A

Verifiëren

36
Q

Bestuderen, ontleden

A

Analyseren

37
Q

Briefwisseling houden, overeenstemmen met

A

Corresponderen

38
Q

Beoordelen

A

Bekritiseren

39
Q

Actualiseren, bijwerken

A

Updaten