Woorden hoofdstuk 1 (Klas 2) Flashcards
1
Q
broad
A
breed
2
Q
full
A
vol
3
Q
to go grey
A
grijs worden
4
Q
to grow old
A
oud worden
5
Q
grumpy
A
knorrig
6
Q
in your twenties/ thirties/forties etc.
A
in de twintig/dertig/veertig etc.
7
Q
to look scruffy
A
er onverzorgt uitzien
8
Q
to look tired
A
er moe uitzien
9
Q
to lose your hair
A
kaal worden
10
Q
middle-aged
A
middelbare leeftijd
11
Q
petite
A
klein en tenger
12
Q
pointy
A
spits
13
Q
to remind of
A
doen denken aan
14
Q
senior citzien
A
bejaarde
15
Q
smartly-dressed
A
netjes gekleed
16
Q
stocky
A
gezet
17
Q
tanned
A
gebruind
18
Q
twenty something
A
ergens in de twintig
19
Q
atletisch
A
athletic
20
Q
baard
A
beard
21
Q
bejaarde
A
eldery
22
Q
betoverend mooi
A
glamorous
23
Q
depressief
A
depressed
24
Q
dragen
A
to wear
25
er netjes uitzien
to look smart
26
geïntresseerd zijn in
to be into
27
jeugdig
youthful
28
klein
short
29
lang
tall
30
lief
sweet
31
modieus
fashionable
32
pony
bangs
33
schattig
cute
34
slank
slim
35
tatoeage
tattoo
36
chewy
taai, stevig
37
chowder
vissoep
38
crsipy
krokant
39
flavour
smaak
40
frozen
bevroren
41
pickle
augurk
42
salted
gezouten
43
shrimp
garnaal
44
spicy
pittig
45
topping
garnering
46
afhalen
to take away
47
banaan
banana
48
boerenkool
kale
49
chocolade
chocolate
50
gefrituurd
deep-fried
51
kauwen
to chew
52
(lente) ui
(green) onion
53
mosterd
mustard
54
rundvlees
beef
55
spek
bacon
56
tonijn
tuna
57
vegetarisch
vegetarian
58
zalm
salmon
59
zeevruchten
seafood
60
area
gebied
61
border
grens
62
capital
hoofdstad
63
cave
grot
64
to erupt
uitbarsten
65
to head to
naar......toe gaan
66
plain
vlakte
67
populated
bevolkt
68
rock
rots
69
sand dune
duin
70
slope
helling, piste
71
spring
bron
72
summit
hoogste punt
73
surroundings
omgeving
74
to survive
overleven
75
trail
pad
76
berg
mountain
77
dal
valley
78
Grote/stille oceaan
pacific ocean
79
heuvel
hill
80
kamperen
to camp
81
klimmen
to climb
82
kust
coast
83
meer
lake
84
noorden
north
85
oosten
east
86
rijden
to drive
87
rivier
river
88
vulkaan
vulcano
89
waterval
waterfall
90
weg
road
91
westen
west
92
woestijn
desert
93
zuiden
south
94
fiancé
verloofde
95
to have in commen
gemeen hebben
96
to hit it off
het goed met elkaar kunnen vinden
97
jealous
jaloers
98
outgoing
spontaan
99
roughly
ongeveer
100
sister-in-law
schoonzus
101
witty
grappig/gevat
102
charmant
charming
103
creatief
creative
104
eerlijk
honest
105
gescheiden
divorced
106
knap
handsome
107
kunnen opshieten met
to get on with
108
nieuwsgierig
curious
109
opgewekt
cheerful
110
stel
couple
111
streng
strict
112
tiener
teenager
113
trots
proud
114
wijs
wise
115
getrouwd
married
