unit 3 Flashcards
1
Q
claim
A
beweren
2
Q
evade
A
ontwijken
3
Q
grove
A
bosje
4
Q
to hover over
A
boven iets zweven
5
Q
in particular
A
met name
6
Q
learn the ropes
A
de fijne kneepjes leren
7
Q
pointless
A
doelloos
8
Q
prior to
A
voorafgaand aan
9
Q
probe
A
sonde
10
Q
profound
A
diepzinnig
11
Q
pursue
A
nastreven
12
Q
to reject
A
afwijzen
13
Q
to resent
A
kwalijk nemen
14
Q
stick
A
plakken
15
Q
subscribe to
A
ondersteunen
16
Q
summon
A
oproepen
17
Q
suppress
A
onderdrukken
18
Q
surpass
A
overtreffen
19
Q
tale
A
verhaal
20
Q
wit
A
geestigheid
21
Q
aanpakken
A
handle
22
Q
afwijzing
A
rejection
23
Q
voorbestemt
A
meant to be
24
Q
bewonderen
A
to admire
25
bezorgt
concerned
26
bijwonen
to attend
27
concentreren
to focus
28
doel
target
29
doorzetten
persevere
30
dringend verzoek
urge
31
een band opbouwen met
to bond with
32
een idee hebben
to have a clue
33
ermee doorgaan
to get on with ..
34
geslacht
sex
35
gokken
gamble
36
in dienst hebben
employ
37
in tegenstelling tot
in contrast to
38
leiden
guide
39
logboek
log
40
lonen
to pay off
41
mislukken in
to fail at
42
moeilijk
tough
43
onbereikbaar
unreachable
44
ondanks
despite
45
onrustig
troubled
46
ontwikkelen
evolve
47
opstijgen
to take off
48
rondhangen
to hang out
49
rondzweven
to wander
50
schroot
scrap
51
uitzonderlijk
extraordinary
52
verniewend
innovative
53
volledig
utterly
54
waarderen
to value
55
woedend weglopen
to storm off
56
At your lowest
Opnje dieptepunt
57
Clutched
Vastgrijpen
58
To comfort
Troosten
59
Corially
Hartelijk
60
Dorm rooms
Kamer in een studentenhuis
61
Fictional
Fictief
62
Genuinely
Echt
63
To have in store
In petto hebben
64
Key
Toonaard
65
Launderette
Wasserette
66
Offering
Geschenk
67
Per
Volgens
68
Perpetrate
Plegen
69
To Postpone
Uitstellen
70
Presence
Aanwezigheid
71
Supposedly
Zogenaamd
72
Trudge
Sjokken
73
Untouched
Onaangetast
74
Vows
Geloften
75
Aarzlenen
Hesitate
76
Appartement
Apartment
77
Behalve
Except for
78
Dekens
Covers
79
Doolhof
Maze
80
Dringend
Urgent
81
Dwingen
To force
82
Echter
Though
83
Exemplaar
Copy
84
Grootouders
Grandparents
85
Hand-
Handheld
86
Herhalen
Repeat
87
Hoe dan ook
No matter what
88
Hoogst
Supremely
89
Iemand iets verschuldigd zijn
Owe
90
Inplannen
Schedule
91
Kamergenoot
Roommate
92
Kern
Core
93
Knikken
To nod
94
Onderscheiden
To distinguish
95
Onlangs
Recently
96
Onvermijdelijk
Inevitable
97
Pijn doen
Ache
98
Rapporteren
Report
99
Rekening houden met
Go easy on
100
Schreeuwen
Yell
101
Terrug gaan
To head back
102
Trouwens
As a matter of fact
103
Uitgelachen worden
Were laughed at
104
Verdwijnen
To vanish
105
Vervanging
Replacement
106
Wasgoed
Laundry
107
Zrlfvertrouwen
Self-confidence