woorden hoofdstuk 1 Flashcards
1
Q
tijdperk
A
age
2
Q
versterken
A
to amplify
3
Q
(achtergrond) zang
A
(backing) vocals
4
Q
terruggrijpen op
A
to be a trowback to
5
Q
in de schijnwerpers staan
A
to be in the spotlights
6
Q
zin hebben om
A
to be of mind to
7
Q
geboorteplaats
A
birthplace
8
Q
opgewekt
A
bright
9
Q
mede oprichter
A
co-founder
10
Q
samenwerken met
A
to collaborate
11
Q
veroveren
A
to conquer
12
Q
tientallen
A
dozens of
13
Q
veel publiek trekken
A
to draw a crowd
14
Q
opduiken
A
to emerge
15
Q
liefhebber
A
enthusiast
16
Q
voorman
A
frontman
17
Q
meerstemmigheid
A
harmony
18
Q
dat door je hoofd blijft spelen
A
haunting
19
Q
hoogtepunt
A
heyday
20
Q
toonaangevend
A
iconic
21
Q
invloedrijk
A
influential
22
Q
geluidstechnicus
A
sound technician
23
Q
sfeer
A
vibe