Woorden D du-nl Flashcards
1
Q
Bericht erstatten
A
verslag geven
2
Q
die Sportart
A
de tak van sport
3
Q
ziemlich
A
nogal, tamelijk
4
Q
während
A
tijdens
5
Q
die Erklärung
A
de uitleg
6
Q
der Austausch
A
de uitwisseling
7
Q
der Zweck
A
het doel
8
Q
die Spieldauer
A
de spelduur
9
Q
erlauben
A
toestaan
10
Q
die Regelverletzung
A
de overtreding van de spelregels