Woorden B nl-du Flashcards
1
Q
soortgelijk
A
ähnlich
2
Q
de eerlijkheid
A
die Fairness
3
Q
de wedstrijd
A
der Wettkampf
4
Q
deelnemer aan een wedstrijd
A
der Wettkämpfer
5
Q
de wedstrijd, wedijver
A
der Wettstreit
6
Q
de vervanging
A
der Ersatz
7
Q
het onderdeel
A
das Ersatztiel
8
Q
ontwijken
A
unterlaufen
9
Q
het gebruik
A
der Konsum
10
Q
bewijzen
A
nachweisen
11
Q
overigens
A
allerdings
12
Q
duidelijk maken
A
klären
13
Q
prestatieverhogend
A
leistungssteigernd
14
Q
lijken op
A
ähneln +3
15
Q
drievoudig
A
dreifach