woorden 8C+COL Flashcards
voorbereiding toets 25/11/2024
1
Q
de t-shirt die in de mode is
A
le t-shirt branché/ à la mode
2
Q
grappig
A
marrant(e)
3
Q
ernstig
A
sérieux, sérieuse
4
Q
het karakter
A
le caractère
5
Q
het uiterlijk
A
l’apparence
6
Q
hip
A
branché(e)
7
Q
bedrukt
A
imprimé(e)
8
Q
vallen voor
A
craquer pour
9
Q
dromen over
A
rêver de
10
Q
een goede smaak hebbben
A
avoir bon goût
11
Q
lijken (+adj)
A
avoir l’air
12
Q
dat is maar schijn
A
ce n’est que l’apparence
13
Q
ik mis hem
A
Il me manque
14
Q
het lijkt me dat
A
Il se semble que
15
Q
actief
A
actif, active
16
Q
agressief
A
agressif, aggressive
17
Q
(on)beleefd
A
(im)poli(e)
18
Q
verstandig
A
intelligent(e)
19
Q
verlegen
A
timide
20
Q
grapjes maken
A
plaisanter
21
Q
het puistje
A
le bouton
22
Q
de make-up
A
le maquillage
23
Q
de baard
A
la barbe
24
Q
de snor
A
la moustache
25
bejaard
âgé(e)
26
gekruld
bouclé
27
kaal
chauve
28
lelijk
laid(e)
29
steil
lisse
30
schattig
mignon(ne)
31
dun
mince
32
babbelachtig
bavard(e)
33
moedig
courageux, courageuse
34
nieuwsgierig
curieux, curieuse
35
verstrooid
distrait(e)
36
boos
fâché(e)
37
vrijgevig
généreux, généreuse
38
eerlijk
honnête
39
jaloers
jaloux, jalouse
40
optimistisch
optimiste
41
lui
paresseux, paresseuse
42
(on)geduldig
(im)patient(e)
43
pessimistisch
pessimistite
44
sociaal
sociable