wondgenezing Flashcards

1
Q

primair genezen

A

de wond wordt gesloten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

secundair genezen

A

de wond wordt opengelaten en door contractie en re-epithelialisatie geneest deze uit zichzelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

uitgestelde primaire wond

A

wond wordt na wondverzorging gesloten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

inflammatoire/ontstekingsfase

A

duur: 0-2 dagen
vasoconstriction en retractie van beschadigde vaten
stollingsproces geactiveerd –> hematoom vorming
hypoxie –> vasodilatatie –> ontstekingsreactie op gang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

functie trombocyten

A

cytokines productie
groeifactor productie
van belang bij angiogenese en collageensynthese
proteasen productie (helpen bij opruimen van afbraakproducten necrotisch weefsel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

proliferatiefase

A

duur: 3-28 dagen
kenmerkt zich door migratie en proliferatie van cellen die zorgen voor weefselherstel
vaatvernieuwing via capillary buds
fase te herkennen aan granulatieweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

remodelleringsfase/differentiatiefase

A

duur: 28 dagen tot 1 jaar

remodelling van collageen en vorming rijp litteken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

effect corticosteroiden

A

er migreren minder ontstekingscellen naar de wond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

effect cytostatica

A

invloed op celdeling met als gevolg vertraagde contractie en verminderde collageensynthese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

effect roken

A

veroorzaakt vasoconstrictie en verhoogt trombocytenaggregatie wat leidt tot hypoxie in de wond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

dehiscentie

A

uiteenwijken van de chronische wond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

herniatie

A

het ontstaan van een (litteken)breuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

fistels

A

het ontstaan van verbindingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly