bovenste extremiteit

Question 1

floating shoulder

Answer 1

moet geopereerd worden

Question 2

pseudoartrose

Answer 2

verschijnsel wat optreedt wanneer een botbreuk niet vastgroeit
hierbij ontstaat er een vals gewricht

Question 3

labrum

Answer 3

bindweefsel- en kraakbeenring om het cavum genocidale heen

Question 4

schouderluxatie

Answer 4

95% voor, 2% achter, 3% multidirectionele

Question 5

anterocaudale labrum

Answer 5

= bankart-laesie

geeft voorste luxatie schouder

Question 6

impressie in dorsale deel humeruskop

Answer 6

= hill-sachs-laesie

geeft voorste luxatie schouder

Question 7

epauletten-fenomeen

Answer 7

contouronderbreking onder het acromion

Question 8

Colles fractuur

Answer 8

dislocatie pols naar dorsaal en radiair

Question 9

Smith’s fractuur

Answer 9

minder vaak voorkomend dan Colles

palmaire dislocatie pols

Question 10

AO classificatie

Answer 10

houdt geen rekening met letsel van banden en TFCC

maakt onderscheid tussen extra en intra-articulair

Question 11

Complex regionaal pijn syndroom

Answer 11

4 vd volgende criteria:

• diffuse pijn
• verschil in huidskleur in vergelijking met niet aangedane zijde
• diffuus oedeem
• verschil in huidtemperatuur in vergelijking met niet-aangedane zijde
• functiebeperking

Question 12

perilunaire luxatie

Answer 12

alle carpalia behalve os lunatum naar dorsaal verplaatst tov radius

Question 13

Bennett fractuur

Answer 13

luxatiefracturen in het carpometacarpale gewricht van de duim
intra-articulair