Wiskundige initiatie in de kleuterklas Flashcards
Wat is de bedoeling van wiskundige initiatie in de kleuterklas?
Hoe realiseren we dat?
Doelstellingen!
- Hoofdbedoeling = vergroten van de handelingsmogelijkheden door ze te verrijken met wiskundige middelen. (Janssens - Vos)
- Hoe: nieuwsgierigheid, plezier, verwonderen.
- Vanuit doelstellingen:
+Beginsituatie??
+Wat is het doel (waar naartoe werken?)
–> Zorgen voor verschillende uitbouw van speelleersituaties!
Taak KO: aanbod + coaching voorzien.
Waarmee moeten we rekeningen houden bij het wiskundig aanbod in de kleuterklas?
- Welbevinden van kleuters: succeservaringen!!!
- Eenvoudige begrippen: is het wel eenvoudig? Niet overschatten
- Aan den lijve ondervinden: zelf ervaren/doen/…! Wordt beter onthouden. (actief leerproces)
- KO: onderzoeken welke begrippen het kind kent
Meer dan tellen en omgaan met getallen alleen.
Wat zijn de aandachtspunten bij wiskundig aanbod?
- Motorisch beleven
- Zorgen voor een rijke omgeving
- Geïntegreerd activiteiten aanbieden
- Kleuters voor uitdagingen plaatsen
- Verwoorden van de handelingen
- Zelfstandig werk bevorderen
- Kansen scheppen om te kiezen
- Wiskundige begrippen inoefenen
- Ontwikkeling van de kleuters en doelgericht werken
Wat is motorisch beleven van wiskundig aanbod?
Kans geven om te exploreren, experimenteren –> HANDELEN
Verwoorden!
Handelen + verwoorden = basis voor het latere mentale handelen.
Wat is mentaal handelen?
Alles gebeurd in het hoofd, in de hersenen. Het is geautomatiseerd. Belang van verwoorden –> Als KO kan je bijsturen aan het denkproces om het correct te laten automatiseren.
Hoe zorg je voor een rijke omgeving?
- Kansen bieden om in een rijke en stimulerende omgeving wiskundig actief bezig te zijn.
- Zorgen voor zinvol materiaal om te:
+ Observeren
+ Experimenteren
+ Exploreren
+ Handelen - Zinvolle materialen:
+ Vindmateriaal
+ Speelmiddelen en huis-, tuin-, keukenspullen
+ Constructiemateriaal en vormgevende materialen
+ Speelleermaterialen of gestructureerde materialen (aangekocht of zelf ontworpen) (bv. logiset).
Wat zijn geïntegreerde activiteiten?
Niet alleen zuivere wiskundige activiteiten aanbieden, maar ook geïntegreerd tijdens vrij spelen, speeltijd, geplande activiteiten…
- Proces = belangrijkste
- Verschillende zintuigen helpen om begrippen vollediger te begrijpen:
+ Ene slinger is langer dan de andere
+ Liedje beren duurt langer dan liedje sint. - Voldoende tijd en kansen bieden.
- Zelf probleemsituaties laten ontdekken –> kleuter zo aanzetten tot denken. (Bv. achter welke rij zou jij gaan aanschuiven in de supermarkt? waarom?)
Hoe plaats je kleuters voor uitdagingen binnen wiskundige initiatie?
- Nieuwsgierige, onderzoeksgerichte ingesteldheid ontwikkelen.
- Prikkel de kleuters, trigger hen. Inspelen op de betrokkenheid
- Vertrekken vanuit het niveau van de kleuters –> wat kan hij al?
- Gedifferentieerd aanbod aanbieden:
+ Rekenarme kleuter
+ Kleuters met trage ontwikkeling (heeft wat meer tijd nodig)
+ Meer begaafde kleuters –> verbreden en verdiepen.
Wat bedoelen we met verwoorden van de handelingen binnen WI?
- Uitbreiding van de wiskundetaal:
+ Uitdrukkingen voor hoeveelheden (veel, vijf, beetje, weinig…)
+ Uitdrukkingen voor grootheden (lang, dicht, traag, zwaar…)
+ Uitdrukkingen voor bewerkingen op hoeveelheden (winnen, bijdoen, verminderen…)
+ De ruimtebegrippen (op, onder, naast, achter, voor,…) - Verwoorden: ondersteunt het voorstellingsvermogen.
- Continue aandacht voor wiskundetaal is noodzakelijk.
- Wiskundetaal heeft betrekking op 3 soorten woorden:
(wiskundige inhoud, relaties, wiskundig handelen). - Gesprek met ko:
+ Ervaringen verwoorden
+ Verschillende oplossingen
+ Gissen en missen (laat kleuters zelf ontdekken wat niet juist is).
Gesprek met kleuters onderling:
+ Kleuters elkaar laten helpen.
Op welke woorden heeft wiskundetaal betrekking?
- Begrippen die wiskundige inhoud dekken (vb. vijf)
- relaties uitdrukken
- Zijn nodig om wiskundig te handelen (bv. verminderen).
Wat betekent zelfstand werk bevorderen in wiskundige initiatie?
- Zelfredzaamheid aanmoedigen
- Pictogrammen, stappenplannen, controlekaarten (= zelfstandigheid stimuleren).
- Nadenken: waar kan ik een stappenplan zinvol inzetten… + hoe breng ik dit op een eenvoudige manier aan bij de kleuters.
Hoe schep je kansen om te kiezen binnen WI?
2 belangrijke aspecten:
* Leren keuzes maken
* Leren keuzes te voltooien (volhouden)
Je moet dit opbouwen, niet doorduwen maar stimuleren. Altijd kijken vanuit noden en behoeften van het kind).
- Voorzie een ruim aanbod zodat kleuters kunnen kiezen wat hun echt aanspreekt.
- Respecteren van vrije keuze van de kleuter!
Waarom en hoe gaan we wiskundige begrippen inoefenen?
Kleuters proberen de wereld rond zich te begrijpen.
Hoe? Zintuigelijke waarneming en handelen! & Begrippen leren begrijpen, waaronder wiskundige begrippen.
Verschillende soorten wiskundige begrippen:
* Ordeningsbegrippen
* Hoeveelheidsbegrippen
* Ruimtelijke en plaatsbepalende begrippen
* Kwalitatieve begrippen
* Tijdsbegrippen.
Kleuters verwerken vooral begrippen door te handelen.
Wiskundetaal laten beleven (experimenteren, construeren, gieten, dragen, vullen, verzamelen, verdelen…)
- Wezenlijke en niet-wezenlijke begrippen
- Inspelen op occasionele vaststellingen.
- Ko hanteert zelf altijd de correcte begrippen
- Belangrijk: zorg voor gevarieerde situaties rond hetzelfde begrip.
Welke soort wiskundige begrippen zijn er?
Geef voorbeelden
EXAMENVRAAG
- Ordeningsbegrippen (vijf)
- Hoeveelheidsbegrippen (eerste, laatste, grootste,…)
- Ruimtelijke begrippen of plaatsbepalende begrippen (op, onder, naast, voor, achter…)
- Kwalitatieve begrippen (groot, dik, klein, dun,…)
- Tijdsbegrippen (eerste, vlug, traag, vandaag, nu, dinsdag, daarna…)
Leg uit: ontwikkeling van de kleuters en doelgericht werken?
Het is niet de bedoeling dat we kleuters trainen op getalbegrip, ruimte, meten…
Elke kleuter moet kunnen evolueren in zijn ontwikkeling.
PROCES = BELANGRIJKER DAN PRODUCT
Wiskundige initiatie is een continu en individueel proces:
* Zorgen voor activiteiten die voldoen aan de verschillende ontwikkelingsbehoeften. (niet zomaar iets doen)
* Zorgen voor een oplopende moeilijkheidsgraad (elke kleuter moet een evolutie doormaken. Niet elke kleuter even ver).