WISKUNDE THEORIE Flashcards

1
Q

Definitie functie

A

Een funcie is een verband ( een relatie ) tussen twee variabelen x en y, waarbij voor elke x-waarde hoogstens één y-waarde ( functiewaarde ) bestaat.

x is de onafhankelijke
y is de afhankelijke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Formule richtingscoëfficiënt

A

a = y₂ - y₁ of a = △y
——— ——
x₂- x₁. △x

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Eigenschappen 1 van gelijkheid
( in woorden )

A

Je mag in beide leden van een gelijkheid hetzelfde getal optellen ( of aftrekken )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Eigenschap 1 gelijkheid
( in symbolen )

A

∀a, b, m ∈ R: a = b ⇔ a + m = b + m
⇔ a - m = b - m

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Eigenschap 2 gelijkheid
( in woorden )

A

Je mag beide leden van een gelijkheid vermenigvuldigen ( of delen ) met eenzelfde getal verschillend van 0.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Eigenschap 2 gelijkheid
( in symbolen )

A

∀a, b ∈ R, ∀m ∈ R₀: a = b ⇔ a • m = b • m
a b
⇔ — = —
m m

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een valse of strijdige vergelijking?

A

als V = ∅ ( geen opl.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een onbepaalde of identieke vergelijking?

A

als V = R (oneindig veel opl.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Eigenschap ongelijkheid optelling en orde (in woorden)

A

Als je beide leden van een ongelijkheid eenzelfde reëel getal optelt, dan krijg je een ongelijkheid in dezelfde zin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Eigenschap ongelijkheid optelling en orde
(in symbolen)

A

∀a, b, c ∈ R: a < b ⇔ a + c < b + c

∀a, b, c ∈ R: a ≤ b ⇔ a + c ≤ b + c

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Eigenschap ongelijkheid vermenigvuldigen en orde (in woorden)

A

Als je beiden leden van ongelijkheid met eenzelfde strikt positief (negatief) reëel getal vermenigvuldigt, dan krijg je een ongelijkheid in dezelfde (tegengestelde) zin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Eigenschap ongelijkheid vermenigvuldigen en orde (in symbolen)

A

∀a, b ∈ R+₀: a < b ⇔ a • c < b • c
∀a, b ∈ R-₀: a < b ⇔ a • c > b • c
∀a, b ∈ R+₀: a ≤ b ⇔ a • c ≤ b • c
∀a, b ∈ R-₀: a ≤ b ⇔ a • c ≥ b • c

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat als vergelijking recht (rico en één punt gegeven)?

A

k ⇔ y - y₁ = a • (x - x₁)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Formule coördinaat van het midden van een lijnstuk berekenen:

A

( x₁ + x₂ y₁ + y₂ )
———,———
2 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de formule van sinus?

A

ov

sz

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de formule van cosinus?

A

az

sz

17
Q

Wat is de formule van tangens?

A

oz

az

18
Q

Opmerking bij sin, cos, tan:

A
  • In een rechthoekige driehoek is een rechthoekszijde altijd korter dan de schuine zijde.
    Voor de sinus en cosinus betekent dit dat in en rechthoekige driehoek ABC met A = 90° altijd geldt:

0 < sin B < 1 0 < cos B < 1 tan B > 0
0 < sin C < 1 0 < cos C < 1 tan C > 0

19
Q

Wat is het verband van goniometrische waarden?

A

tan B = sin B sin C
——— en tan C = ———
cos B cos C

20
Q

Wat is de grondformule voor goniometrie?

A

sin² B + cos² B = 1 en sin² C + cos² C = 1

21
Q

ZIE 2 BEWIJZEN BOEK P 197 MEETKUNDE

A

!!!

22
Q

Wat als vergelijking recht (rico en twee punten gegeven)?

A

y₂ - y₁
y - y₁ = ——- • (x - x₁)
x₂- x₁

23
Q

Definitie eerstegraadsfuncties

A

f(x) = ax + b met a verschillend van 0