AARDRIJKSKUNDE THEMA 6 Flashcards

1
Q

Wat is basisvoedsel?

A

Voedsel dat dominant aanwezig is in het dieet van de bevolking en waaruit het grootste deel van energie-en voedingsstoffen wordt gehaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef voorbeelden van basisvoedsel

A
  • Granen
  • Wortels
  • Groenten
  • Zaden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 3 basisvoedsels maken 50% uit van de wereld?

A
  • maïs
  • rijst
  • tarwe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke van de 3 graanproducten wordt wereldwijd het meest geproduceerd?

A

Maïs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe is het dieet van mensen met lagere inkomens?

A

Ze eten meer grapen/wortels en kolen (aardappels)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe voldoen men naar de steeds hogere vraag naar voedsel?

A
  • meer landbouwland in gebruik nemen
  • hogere productie realiseren op een zelfde stuk land
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke natuurlijke factoren zijn nodig om een gewas te kweken?

A
  • warmte
  • neerslag
  • vruchtbare grond
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe noemen we de factoren om een gewas te kweken?

A

Teeltvoorwaarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat doet een landbouwer wanneer het kweken van een gewas omwille van de fysische factoren niet lukt?

A
  • ander gewas kiezen
  • aan veeteelt of aan bosbouw doen
  • ingrijpen op de fysische factoren (bemesten, irrigeren…)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke factoren spelen naast de natuurlijke factoren ook een rol in het als dan niet slagen van een bouwbedrijf?

A
  • afzet markt
  • transport
  • grondbezit
  • kapitaal
  • technologie
  • politiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bij dit type landbouw trekt men rond van een plaats naar een andere

A

Nomadisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Er wordt geld geïnvesteerd in de landbouw.

A

Kapitaalintensief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Producten worden geteeld met de bedoeling deze te verkopen

A

Commercieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Het werk in de landbouw heeft niet veel handenarbeid nodig

A

Arbeidextensief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Dit type landbouw maakt gebruik van spierkracht en van eenvoudige hulpmiddelen of technieken.

A

Traditioneel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Er hadden veel middelen bijvoorbeeld geld of machines ingezet om een zo groot mogelijk landbouw opbreng te bekomen.

A

Kapitaalintensief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Er hadden veel middelen bijvoorbeeld geld of machines ingezet om een zo groot mogelijk landbouw opbreng te bekomen.

A

Kapitaalintensief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Er is veel handenarbeid nodig om het werk in de landbouw gedaan te krijgen

A

Arbeidsintensief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Deze vorm van landbouw maakt gebruik van machines een nieuwe technologieën

A

Modern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Gewassen worden verbouwd door de landauer voor zijn eigen gezin of familie

A

Zelfvoorzienend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Waar wordt rijst geteeld?

A

In Azië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke drie landen zijn de topproducenten van rijst?

A
  1. China
  2. India
  3. Indonesië
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe word rijst geteeld?

A
  1. Ploegen (voorbereidend werk)
  2. Rijstplantjes van kweekbedden halen
  3. Uitplanten van de rijstplantjes
  4. Rijpen van de aren
  5. Oogsten
  6. Dorsen
  7. Drogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is monocultuur?

A

De teelt van één gewas
—> levert meestal hoge opbrengsten die kan de landbouwer verkopen

25
Q

Wat heeft de verandering naar de hoogtechnologische methode mogelijk gemaakt?

A

De stijgende welvaart in toegenomen kennis

26
Q

Wat zijn de economische gevolgen van hoogtechnologische teeltmethodes?

A
  • Hogere opbrengsten: Intensieve teelt verhoogt opbrengsten.
  • Schaalvergroting: Specialisatie en mechanisatie vergroten schaal.
  • Lagere lonen: Arbeiders verdienen minder.
27
Q

Welke stukken grond gebruik je best niet voor landbouw?

A
  • Stuk grond op een helling
  • De stenige stukken grond
  • De onvruchtbare stukken grond
28
Q

Wat is het gevolg van landbouw doen op een helling?

A

Landbouw doen op een helling kunnen leiden tot erosieproblemen

29
Q

Wie is verantwoordelijk voor landbouwdegradatie?

A
  1. Landbouw
  2. industrie
  3. natuur
30
Q

Hoe ontstaat bodemdegradatie?

A

Landbouwdegradatie ontstaat door erosie, bodemverdichting, en verzilting.

31
Q

Wat is het gevolg van te veel meststoffen?

A

Te veel meststoffen kunnen leiden tot bodem- en waterverontreiniging.

32
Q

Waarom is ontginning belangrijk?

A

Zoals alles dat gemaakt is door de mens, is gemaakt van de grondstoffen die de aarde levert.

33
Q

Geef voorbeelden van fossiele brandstoffen

A

Steenkool aardolie aardgas

34
Q

Voorbeelden van hernieuwbare energiebronnen

A

Wind water zon biobrandstoffen

35
Q

Verband toenamen van energieverbruik en demografische evolutie.

A

Meer mensen vragen om meer energie

36
Q

Waarom wou de industriële revolutie een grote vraag naar steenkool?

A

Op te wekken van machine en voor maken van staal

37
Q

Welke sector gebruikt het meest energie?

A

Industrie

38
Q

Verband gemiddelde energieverbruik per persoon in welvaart van land

A

Welvarende landen verbruiken meer energie, ontwikkelingslanden minder.

39
Q

Waarop is er in landen met hogere ontwikkelingsstadia ene lichte daling?

A

Technologie wordt aangepast om minder energie te verbruiken vanwege bewustzijn van de mensen

40
Q

Welk energiebron wordt momenteel het meest gebruikt in België?

A

Olie (50%), gas (23%)

41
Q

Welk energiebronnen werden het meest gebruikt in 1965?

A

Steenkool (54%), olie (45%)

42
Q

Hoe beïnvloed de welvaart de vraag naar aardolie

A

Meer welvaart steeds meer transport en een grotere consumptie

43
Q

Verband tussen gebruik van fossiele en hernieuwbare energiebronnen en ontwikkelingsgraad van een land

A

HDI-hogere landen verschuiven naar meer hernieuwbare energie.

44
Q

Waarom stijgt de vraag naar hernieuwbare energiebronnen?

A

Fossiele brandstoffen raken op, CO2-uitstoot stijgt. Alternatieve energie groeit.

45
Q

Het welk hernieuwbare energiebron wint men wereldwijd het meest energie?

A

Water

46
Q

Welke landen zijn wereldwijd de belangrijkste producenten van hernieuwbare energie?

A
  1. China
  2. Noord-Amerika
  3. Brazilië
47
Q

Uit welke hernieuwbare energiebron wint me in België het meeste energie?

A

Wind

48
Q

Wat komt er vrij bij verbranding?

A

CO2

49
Q

Wat is het landschappelijk impact van zonne-energie op dak?

A

Weinig in plaats van zonnepanelen op dak behalve het visuele aspect

50
Q

Wat is het landschappelijk impact van zonne-energie op grond?

A

Veel plaats nodig

51
Q

Wat is het landschappelijk impact van windenergie?

A
  • veel plaats nodig, slagschaduw, geluidsoverlast, horizonvervuiling
52
Q

Wat is het landschappelijk impact van energie uit biomassa?

A

Veel plaats nodig, minder landbouwgrond beschikbaar

53
Q

Wat is het landschappelijk impact van hydro-energie?

A

Ontbossing, groot deel van regenwoud staat onder water, wegen aangelegd

54
Q

Wat is het landschappelijk impact van geothermie?

A

Plaats nodig, visuele verstoring indien het op grote schaal gebeurt

55
Q

Waarom investeert China graag in Afrika?

A

Zijn veel grondstoffen te vinden in Afrika, die China door zijn investeringen makkelijker naar China kan overbrengen. China zit in Afrika een grote afzetmarkt

56
Q

Waarom heeft China dit nodig?

A

Door de grote bevolking en door de groeiende economie is er een grote vraag naar grondstoffen

57
Q

Wat is het effect hiervan op Afrikaanse landen?

A

Schulden die niet betaald kunnen worden, waardoor China een machtspositie in het land inneemt

58
Q

Waarom investeren landen in andere landen?

A

Eigen grondstoffen raken op of men wil niet dat ze op raken anderzijds ook de stijgende vraag naar voedsel